Hans Lever
Het oorlogsverhaal van Hans Lever. Hij is 98 jaar en woont nu in Heerhugowaard. Hij was ooggetuige van verschillende bombardementen op Den Helder tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Hans Lever (foto boven): "Tot 1944 heb ik in Den Helder gewoond. Ik heb heel wat bombardementen meegemaakt. Ik was 14 toen de Duitsers ons land hebben bezet en de eerste bommen vielen. Het bombardement van 24 en 25 juni 1940 was het zwaarste, dat ik heb meegemaakt," vertelt de tegenwoordig in Heerhugowaard woonachtige Hans Lever (98), die vervolgt:
Duitse bezetting en vergissingsbombardement
"Ik ging naar het Lyceum aan de Hoofdgracht. In de mobilisatietijd (1939-mei 1940) werd de school door de Nederlandse marine gevorderd en kregen we les in de lokalen van de Zeevaartschool. Daar waren we op 6 maart 1940 getuige van een ongeluk met een onderzeeboot, die na een aanvaring zonk. Bij dit drama kwamen drie matrozen om het leven".
Aanvaring onderzeeër buitenhaven Den Helder
Op woensdag 6 maart rond kwart over tien ’s ochtends voeren de Hr. Ms. O 10, O 9 en als laatste O 11 uit om op de rede en in de Texelstroom manoeuvres te houden, die zouden worden gefilmd voor de speelfilm ‘Ergens in Nederland’. Aan wal stonden de camera’s klaar. De zeesleepboot Amsterdam van de firma Wijsmuller – gevorderd als bewakingsvaartuig BVIII – kwam op hetzelfde ogenblik de haven binnen. De blauwe vlag die aan had moeten geven dat er grote boten uitvoeren en de ingang geblokkeerd was, was niet gehesen.
Gehinderd door een ander kustvaartuig, raakte de sleepboot uit koers en ramde de O 11 aan bakboordzijde (van de aanvaring is destijds een filmreportage gemaakt door Associate Press, die hiernaast te zien is).
De filmoperateur die op de onderzeeër stond, sprong meteen overboord. Hij zwom naar de kant, maar verloor enkele films. Terwijl hij de sleepboot zag aankomen, bleef Hendrikus Goossens, commandant van de O 11, op de brug en probeerde de boot te manoeuvreren naar zo ondiep mogelijk water. Hij moest onmiddellijk een besluit nemen om het luik van de duikboot te sluiten of niet. ‘Sloot hij het luik, dan wist hij, dat een aantal mensen zich niet meer in veiligheid kon brengen; liet hij het luik open, dan was het gevaar groot, dat er water in de duikboot zou lopen en een aantal mensen ook niet boven zouden kunnen komen. In die fractie van een seconde was het besluit genomen. Het luik werd dichtgeschroefd. De boot zonk weg. De heer Goossens bleef op den commandotoren staan en stond tot aan zijn hoofd in het water. Op een gegeven ogenblik gaf hij zich een zetje en kon zodoende zwemmend den wal bereiken.’ Ongeveer tien opvarenden die zich voor de filmopnames aan dek bevonden, konden van boord springen. Motorsloepen en sleepboten snelden naar de drenkelingen en de zinkende duikboot. Marinepersoneel kwam in vletten te hulp. ‘Maar vóór men de O 11 had bereikt, was er van den onderzeeër niets meer te zien dan een vlek olie in het midden van de haven.’ Binnen een paar minuten was de boot onder de wateroppervlakte verdwenen. (bron Wiardi Beckman.com)
Hans Lever vertelt ook over het vergissingsbombardement door de Duitsers op 14 mei 1940: "De capitulatie van Nederland voor de Duitsers was mondeling overeengekomen en zou de volgende dag worden getekend. We stonden met de buren op straat te praten. Plotseling vlogen er Duitse vliegtuigen over ons heen, die bommen begonnen te gooien. Dan weet je meteen wat een bombardement is".
Engelse bombardementen
Maar met de Duitse bezetting waren de bombardementen op De Helder niet voorbij. De marinehaven van Den Helder, waar de Duitsers het voor het zeggen hadden, bleef een belangrijk militair doelwit. Nu voor de Engelse luchtmacht.
Hans herinnert zich het nog goed: "Om half elf in de ochtend van 24 juni 1940 kwam de eerste golf van het Engelse bombardement op militaire doelen in Den Helder. Ook woonhuizen werden geraakt. Dat ging maar door. Uur na uur. Achter elkaar bommen".
"Mijn vader werd gebeld door huisarts en goede vriend dokter Vroom'. Die zei: 'Alles staat hier in brand, kom ons alsjeblieft helpen!'. "Mijn vader, broer en ik zijn toen van ons huis in de Sumatrastraat naar de Plantsoenstraat gelopen. Daar had de familie Vroom al veel spullen verzameld. Ik moest met een kinderwagen een koffer wegbrengen. Om ons heen stond alles in brand. Ik wist niet dat een brand zo ontzettend veel lawaai maakt. Het zit nog in mijn oren. De hele Stationsstraat, waar mijn jeugd zich afspeelde, brandde. Het was heel beangstigend", aldus Hans Lever.
Bomkrater
Hans Lever vervolgt: "Dokter Vroom had onderdak weten te vinden in Huisduinen. Zijn spullen brachten wij voorlopig naar ons huis. Het was erg druk op straat. Paniek overal. Ik kwam onderweg met de kinderwagen en koffer in een bomkrater terecht. Toen ik bezig was uit die krater op te krabbelen begon dat bombarderen weer. Ik ben zo goed en zo kwaad als het ging verder gelopen. Mijn vader en broer zag ik pas terug toen ik weer thuiskwam. Die nacht heb ik ontdekt dat ik geen held ben en ook erg bang kan zijn. Dat was ik dan ook".
Uittocht uit Den Helder
"Daarna kwam een geweldige uittocht uit de stad op gang. Heel veel mensen zijn neergestreken in omliggende plaatsen, zoals Breezand, Anna Paulowna, Dirkshorn, Tuitjenhorn, Schagen en de dorpen van Langedijk. Die lagen redelijk dichtbij en zo konden ze overdag toch nog naar hun werk in Den Helder".
"Wij gingen met de trein naar een oom en tante in Zeist. Mijn vader was sinds 1936 hoofd van de christelijke opleidingsschool aan de Kanaalweg in Den Helder. Hij ging, toen we in Zeist zaten, af en toe terug naar zijn school in Den Helder. Maar hij moest van de Duitsers ook ’s nachts op het dak van de BLO-school de wacht houden om Engelse vliegtuigen te signaleren", aldus Hans Lever.
Terug naar Den Helder
"Ons gezin is later weer teruggegaan naar Den Helder. Ons huis was niet getroffen door bommen. Wel moesten we 's nachts vaak ons bed uit vanwege de aanhoudende bombardementen. Dan hoorde je de bommen fluiten. En men zei: 'als je ze hoort fluiten, komen ze niet op je hoofd terecht, maar ergens anders'. Maar het meest bang was ik voor het luchtafweergeschut. Als dat allemaal losbreekt vergaat horen en zien je. Verschrikkelijk en angstaanjagend", zo vertelt Hans alsof het gisteren gebeurd was.
Arrestatie in 1944
Hans Lever vervolgt: "Aan het begin van een nacht in augustus 1944 werd er bij ons aangebeld. Er stond een meisje in nachtkleding aan de deur om mijn vader te waarschuwen. De vader van het meisje was die avond door de Duitsers gearresteerd. Ze had hen horen zeggen, dat ze daarna naar Lever zouden gaan.
Mijn vader schoot direct in de kleren en vluchtte naar de buren. Maar in plaats van hem namen de Duitsers mij gevangen. Ik was toen 18 en bang dat ik zou worden ingezet voor Arbeidseinsatz.
Ik werd opgesloten in het wachtlokaal van een gebouw, waar ik de eerste nacht direct een brief voor mijn lief versnipperde en door de wc heb getrokken. Samen met een meneer De Jonge ben ik gedurende acht dagen opgesloten geweest. Overdag moesten we schoonmaakwerk doen. En we werden ook verhoord. De Duitsers vroegen het adres van mijn vader. Ik gaf een adres op waarvan ik zeker wist dat hij er niet zat.
Na een aantal dagen werden we gelukkig vrijgelaten: ze konden ons kennelijk niet meer gebruiken".
Iedereen moest weg uit Den Helder
"Het was Dolle Dinsdag (5-9-1944) en veel Duitsers vertrokken in haast uit Den Helder', aldus Hans Lever, "maar de meesten kwamen een paar dagen toch weer terug. Ze gaven het bevel, dat iedereen uit Den Helder weg moest. Alleen als je economisch aan de stad verbonden was, mocht je blijven".
"Wij moesten dus ook weg. Mijn vader was verdwenen en mijn broers studeerden buiten Den Helder.
Dus waren mijn moeder en ik de enigen van het gezin die nog in Den Helder waren. We zijn samen op de fiets naar Broek op Langedijk gereden. Daar woonde dominee Donner en zijn vrouw, die bevriend waren met mijn vader en moeder. Ter hoogte van Callantsoog kneep ik hem omdat daar een SS-controlepost was. Ik vreesde met mijn 18 jaar voor tewerkstelling. Maar ik kwam er gelukkig doorheen. We konden onze fietstocht naar Broek op Langedijk voltooien".
Verrassing in Broek op Langedijk
"Eenmaal in Broek op Langedijk gingen we het bruggetje over naar de pastorie van de familie Donner. En wie zat daar in de pastorie? Mijn vader!
Hij was al vanaf augustus bij dominee Donner en zijn vrouw ondergedoken. Er woonde ook nog een ander echtpaar uit Den Helder met hun jongste kind, een peutertje, die we kenden vanuit onze kerk. Hoeveel mensen bij de familie Donner tussentijds zijn geweest? Heel veel, want ze zeiden nooit: nee. Mevrouw Donner was een schat van een vrouw. We noemden haar tante Bep".
Doodziek
"Tijdens de heel koude zogeheten Hongerwinter (van 1944-1945 ) verbleven we in de pastorie in een klein kamertje met weinig verwarming en geen elektriciteit. Na de jaarwisseling begon ik te hoesten en veel bloed op te geven. De dokter kwam langs, maar ik werd almaar zieker. Ik kon geen licht verdragen en had hoge koorts. Ik was eraan toe dood te gaan", aldus Hans Lever, 80 jaar later.
"Mijn vader en moeder vertrouwden het niet. Mijn vader ging op de fiets in de sneeuw naar Medemblik om mijn vriendin, die daar in het onderwijs werkte, te vertellen dat ik ernstig ziek was. Daarna ging hij met mijn moeder naar dokter Vroom, die geëvacueerd was naar Heiloo. Ze vroegen hem of hij naar mij wilde komen kijken. Dat deed hij en stuurde mij meteen naar het ziekenhuis. Nog diezelfde middag werd ik op een brancard gelegd en over de brug bij de Gereformeerde Kerk naar een gereedstaande ziekenauto gebracht, die mij naar Alkmaar bracht".
Tuberculose
"In het ziekenhuis in Alkmaar constateerde men dat het besmettelijke tuberculose was. Ik kwam in een kamer te liggen met nog twee andere jongens. De ene overleed na enige tijd. De andere jongen heb ik tot de Bevrijding meegemaakt. Daarna is ook hij toch nog overleden. Van de drie ben ik de enige die het overleefd heeft".
Na de bevrijding
Hans: "Ik ben na de Bevrijding theologie gaan studeren en daarna dominee geworden.
Op 30 december 1945 verloofde ik met mijn in Medemblik wonende vriendin. Het samenwonen was toen nog niet uitgevonden. In 1951 zijn we getrouwd.
Ik heb een enorm goede herinnering aan Broek op Langedijk, waar mevrouw Donner zo'n juweel was. Fantastisch. En dominee Donner was dat ook. Echt, hele fijne mensen. Hier zit een dankbaar mens..."
Uitgebreide informatie over de bombardementen op Den Helder is te vinden op NPO Kennis >>