Fons van der Heijden
Het oorlogsverhaal van Fons van der Heijden uit Netersel bij Bladel in Noord-Brabant, verteld door zijn dochter Marietje van Hout-Van der Heijden en op schrift gesteld door Liesbeth Sparks
Het is 23 mei 1944, half twee ’s nachts. De 22-jarige piloot Ernest Holmes bestuurt zijn Lancaster ND 762 over de Brabantse Kempen, met zeven andere bemanningsleden aan boord. Het vliegtuig is op weg naar Engeland, nadat ze doelwitten hebben gemarkeerd in Dortmund. Plotseling wordt Holmes verrast door een Duitse nachtjager, die de Lancaster onder vuur neemt. ‘Bail out! Bail out!’ roept hij, als duidelijk wordt dat de derde motor geraakt is. Maar voordat de bemanning kan springen klinkt er een grote explosie.
Holmes wordt de cockpit uitgeslingerd en bungelt aan de riemen van zijn gordel. Door een plotselinge draai komt hij los, hij vliegt door de lucht. Nog net op tijd weet hij zijn parachute te openen. Hij komt bij in het koude gras, met een gezwollen lip. Vier mannen vinden direct de dood. Hij loopt over de Landschotse heide – ironisch genoeg een oefenterrein voor Duitse bommenwerpers – richting hij weet niet waar.
Kippenhok
Terwijl ze onderweg is om de koeien van haar vader te melken, ziet Netje van der Heijden in de vroege ochtend een man in een pilotenuniform lopen, verkleumd van de kou. ‘Goedemorgen,’ zegt ze. Zij brengt hem naar een veilige plek: de boerderij van haar ouders, Fons van der Heijden en Mina van Hoof, die ondergedoken studenten en piloten onderdak verlenen.
Ernest Holmes (Foto rechts) is niet de eerste en niet laatste onderduiker van het gezin. Hij verblijft in een verbouwd kippenhok in de tuin, met twee studenten.
Holmes voelt zich welkom en geborgen, maar wil zo snel mogelijk terug naar Engeland. Al snel wordt duidelijk dat het langer zal duren dan verwacht. Hij herinnert zich later, geëmotioneerd: ‘Een kennis van het gezin smeekte mij: “Ga alsjeblieft weg hier. Als je wordt ontdekt, worden zij vermoord.” Daardoor realiseerde ik me dat zij hun leven waagden om mij te helpen.’ Via contacten van Van der Heijden weet Holmes uiteindelijk Antwerpen te bereiken, waar hij na verraad alsnog in Duitse krijgsgevangenschap belandt.
Akker
Intussen is de bevrijding van Netersel zo dichtbij dat je de vrijheid bijna kunt aanraken. Maar op woensdagochtend 20 september 1944 houden Duitse soldaten Fons aan terwijl hij de kerk uitkomt. Zij hebben in zijn woning verdachte goederen ontdekt. Ze doorzoeken het huis nogmaals; een gewonde Amerikaan die zich op zolder van het varkenshok verstopt hield, vinden ze niet. Maar ze hebben voldoende bewijs.
Onder zware bedreiging aan zijn familie, en omdat hij niet weet wat er zich in het huis heeft afgespeeld, bekent Van der Heijden drie piloten te hebben geholpen. Daarmee wil hij zijn gezin en de aanwezige onderduikers sparen. Hij wordt naar een akker aan de rand van het dorp gebracht. Terwijl hij daar loopt, ziet hij zijn oudste broer. ‘Hou je goed Sjef, tot ziens’, zegt hij tegen hem. Dan schieten de soldaten hem in zijn rug en hoofd. Hij sterft ter plekke. In de dagen die volgen wordt de boerderij van het gezin verwoest: huisraad en kostbaarheden verdwijnen, granaten slaan gaten in het dak en de zolder. De zes kinderen van Van der Heijden vluchten naar Middelbeers, zijn vrouw Mina vindt onderdak bij haar broer. Zij wil haar man niet verlaten.
Pas veel later komt Ernest Holmes erachter dat zijn onderduikgever zijn hulp aan anderen inderdaad met de dood heeft moeten bekopen, net voor de bevrijding. Het is voor hem een emotionele ontdekking. En het brengt één passage uit het Bijbelboek Johannes wel heel dichtbij, zegt hij later tegen de BBC: ‘Niemand heeft een grotere liefde dan hij die zijn leven geeft voor vrienden’
Dankbaarheid
Op 29 september 2018 plaatste Heemkundekring De Hoge Dorpen ter nagedachtenis aan de neergestorte Lancaster een monument, vlakbij de plaats waar het vliegtuig neerkwam en vijf jonge mannen het leven lieten. Het was aan Ernest Holmes, 97 jaar oud, het te onthullen ( foto rechts). ‘I’m so humbled, thank you,’ zei hij geëmotioneerd. Een kleindochter van Fons van der Heijden was geraakt door de dankbaarheid die tijdens de plechtigheid naar voren kwam. En door de kracht van de band tussen de twee families: ‘Ernest was tweeënhalve week bij mijn opa en oma. Het is nu 74 jaar later, en we staan hier nog steeds samen.’