Peter Voll
Het oorlogsverhaal van Peter Voll uit Groningen. Hij is op Celebes in de Republiek Indonesië geboren. Zijn oorlogsverhaal is op panelen tentoongesteld door beeldend kunstenaar Egbert Pikkemaat voor zijn expositie-project 'Oorlogsverhalen van Indische en Molukse Groningers
Peter Voll is in 1955 geboren in Makassar op het eiland Celebes. Peter’s vader en moeder zijn opgegroeid in het voormalig Nederlands-Indië, dat vanaf 1950 Indonesië is. Ze waren Indo’s met typisch westerse achternamen: Voll en Smith. Daar is Peter trots op, want die achternamen waren in de koloniale tijd bepalend voor je status. Daarom werd er regelmatig bijvoorbeeld tussen neven en nichten getrouwd.
Opa Smith was een belangrijk ingenieur/architect en had contacten met invloedrijke mensen in de Nederlands-Indische samenleving. Hij ontwierp belangrijke openbare gebouwen, een wegennet door de jungle en zijn eigen grote familiehuis. Hij stond in hoog aanzien. Zo werd zijn dochter - Peters moeder - door de sultan uitgenodigd om diens dochters gezelschap te houden.
Peter’s vader
Peter’s vader was loods bij een rederij toen hij als dienstplichtig KNIL-militair werd gemobiliseerd. Wanneer Japan in februari-maart 1942 Nederlands-Indië aanvalt - beide ouders zijn dan rond de twintig - schiet hij bij een vuurgevecht twee Japanse soldaten neer. Een voor hem traumatische ervaring waar hij altijd last van heeft gehouden.
Naar Japans concentratiekamp
Na de capitulatie van Nederlands-Indië op 9 maart 1942 worden Peter’s vader en zijn broer als krijgsgevangenen naar een concentratiekamp in Japan gebracht, waar ze onder barre omstandigheden moesten werken in de haven van Nagasaki. In het kamp wordt hij gemarteld waarbij zijn teennagels worden uitgetrokken. De pijn voelt hij zijn hele leven.
Overlevende atoombom Nagasaki
In Nagasaki maakt Peter’s vader de explosie van de (tweede) atoombom mee. Hij is er ooggetuige van dat een kameraad door de alles verwoestende drukgolf van de atoombom in het water wordt geblazen en tussen een schip en de wal verpletterd wordt. Als een van de weinigen overleeft Peter’s vader de atoombom...
Peter’s moeder
Peter’s moeder kon tijdens de Japanse bezetting in het familiehuis op Celebes blijven wonen en overleefde ook de oorlog. Na de Japanse overgave op 15 augustus 1945 lukt het vader Voll terug te keren naar Makassar en wordt hij herenigd met zijn familie en zijn vrouw.
(Foto rechts: paneel van de expositie 'Oorlogsverhalen van Indische en Molukse Groningers in het Floreshuis in Groningen).
Bersiap
Maar in Makassar is inmiddels ook de bersiap losgebarsten. Nederlanders, Indische-Nederlanders, Indo’s en Chinezen en anderen die met de Nederlanders hebben samengewerkt, zijn hun leven niet meer zeker. Ze worden door pemoeda’s -Indonesische strijdgroepen- als wraakneming op de koloniale tijd aangevallen en vaak op gruwelijke wijze mishandeld, verwond en gedood.
Buiten de veiligheidszones -ingesteld door Engelse bevrijdingstroepen en uit de kampen teruggekeerde KNIL-soldaten- is het zeer onveilig. Op een avond worden de ouders van Peter, die in verwachting zijn van hun eerste kind, op straat bedreigd door iemand met een pistool. Ze weten te ontkomen. En de familie maakt er een nog traumatischer gebeurtenis mee: door pemoeda’s wordt bij hen aan de deur een mand gehangen, waarin het hoofd ligt van een vermoord familielid.
Commando eenheden Kapitein Westerling
Om het bloedvergieten in dit gebied op Celebes te stoppen, worden door de Nederlandse regering speciaal getrainde commando-eenheden ingezet onder leiding van Kapitein Westerling. Er wordt hard opgetreden tegen de opstandelingen -onder andere door standrechtelijke executies- volgens het door Generaal Spoor (de Nederlandse legercommandat van de toenmalige strijdkrachten in Nederlands-Indië) gemandateerde oorlogsrecht ter plekke. Uiteindelijk keert de rust in het gebied terug.
Steeds ongemakkelijker
Peter wordt in 1955 geboren in het dan al vijf jaar van Nederland onafhankelijke Indonesië.
Voor Nederlanders en dus ook voor de ouders van Peter, wordt het onder het bewind van President Soekarno steeds ongemakkelijker in Indonesië te blijven. Soekarno wenste zich geheel te ontdoen van alle Nederlandse invloed. Nog voordat de Indonesische president in 1956 zou bepalen, dat (Indische)-Nederlanders, die niet voor de Indonesische nationaliteit hadden gekozen, het land gedwongen zouden moeten verlaten, besloten Peter’s ouder met hun gezin naar Nederland te vertrekken. Ze maken de overtocht met het moterschip ‘De Waterman’. Ze kunnen zich dicht bij hun familie in Groningen vestigen. En beginnen een nieuw leven in Nederland. Maar ze hadden niet alleen zichzelf en hun kinderen, maar ook hun trauma’s uit Indië meegenomen...
Oorlogstrauma’s
Begin jaren ’70 van de vorige eeuw begonnen zich bij Peter’s vader oorlogstrauma’s te manifesteren. Hij krijgt herbelevingen van gebeurtenissen tijdens de oorlog. Zoals het door hem als KNIL-militair doden van twee Japanse soldaten. Dat zou de straf van God zijn voor de epileptische aandoening van zijn dochter. Regelmatig belandt hij in ernstige psychosen.
Als Peter 16 is dreigt zijn vader bijvoorbeeld met ‘harakiri’ (Japanse manier van zelfmoord door een zwaard of mes met veel kracht in je buik te steken-red.) te willen plegen voor zijn ‘zonden’.
Onveilige jeugd
Als kind en puber groeide Peter hierdoor op in een onveilige omgeving. Maar ook doordat zijn vader hem een erg strenge opvoeding gaf, waarbij hij naar Peter toe de realiteit verwarde met angstige en levensbedreigende situaties van hemzelf uit de oorlog, die hij had meegemaakt.
In feite heeft zijn vader zijn oorlogstrauma’s overgebracht naar zijn zoon Peter. Waarschijnlijk zonder dat te willen. Peter is op deze manier Tweede Generatie Oorlogsslachtoffer geworden.
Tweede-generatie-oorlogsslachtoffer
Een tweede-generatie-oorlogsslachtoffer is iemand, die de psychische gevolgen draagt van gebeurtenissen die zijn of haar ouders zijn overkomen. Opgroeien in een gezin waarvan één of beide ouders een overlevenden syndroom hebben, of waarvan een ouder in de oorlog is omgekomen, heeft effect op de kinderen. In ernstige gevallen worden de kinderen en zelfs de kleinkinderen tevens slachtoffer. In 1990 is aan de Radboud Universiteit Nijmegen een bijzondere leerstoel transgenerationele oorlogsgevolgen ingesteld (Bron: Wikipedia).
Veel steun
Peter heeft als tweede-generatie-slachtoffer veel steun gekregen van zijn naaste omgeving en van Indische organisaties zoals Pelita. En ook van het Sinaïcentrum. Uiteindelijk wordt hij na jarenlange strijd erkend als tweede generatie oorlogsslachtoffer door het WUV (Wet Uitkering Vervolgingsslachtoffers).