Direct contact? Mail ons: info@oorlogsverhalen.com

Home > Namen > Theo Boudeling

Theo Boudeling

Het oorlogsverhaal van Theo Boudeling, die die in Zeeland woont. Als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt is hij net zes jaar oud. Theo kan zich dit nog goed herinneren. Ook weet hij nog dat ze van de Duitsers moesten evacueren omdat de polder gedeeltelijk onder water werd gezet. Ze moesten bij een ander gezin intrekken tot ze bevrijd werden door de Canadezen.

Het gezin Boudeling

Theodoor Adriaan Boudeling wordt op 30 april 1934 als tweede kind geboren in het gezin van Piet (1895) en Susanne (1906). Het oudste kind is een dochter. Het gezin Boudeling woont op een boerderij genaamd ‘Frederiksburg’ te Philipsland in Zeeland.
Als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt is Theo net zes jaar oud. Theo vertelt: “Ik kan me nog goed herinneren, dat de oorlog uitbrak. Ons gezin telde toen vier kinderen: Adriana (1932), ik (1934), Levien (1937) en Koos (1939) Mijn vader had in die tijd al een auto”.
“Omdat mijn ouders het te gevaarlijk vonden, verhuisden we na het uitbreken van de oorlog met ons gezin naar oom Adriaan en tante Fransje, die in Dinteloord woonden”.

Allemaal Duitsers

“Bij mijn oom en tante was het rustiger. Een oom van mijn vader en zijn vrouw uit Krabbendijke en ook mijn grootouders waren ook naar Dinteloord gevlucht. We zijn daar ongeveer een week gebleven. Na de capitulatie van Nederland zijn we weer naar huis gegaan. Onderweg kwamen we allemaal Duitsers tegen: op motoren, in tanks. Ook zagen we paarden, die het geschut trokken”, aldus Theo Boudeling.

Buurtschap afgebroken

Theo vervolgt zijn oorlogsverhaal: “Het water van De Zijpe tussen Bruinisse en de Anna Jacobapolder was de belangrijkste vaarroute tussen Rotterdam en Antwerpen. Er was een veer met aan de zijde van Bruinisse een aanlegplaats in de vluchthaven van Zijpe. In die vluchthaven lag nog een Franse oorlogsboot”.
“Op last van de Duitsers werd buurtschap Sluis in de Anna Jacobapolder tussen 1941 en 1942 helemaal afgebroken. Het ging om zo’n zeventig woningen. Daar woonden ook een oom en tante van ons. Alle bewoners werden geëvacueerd, omdat de Duitsers op die plek afweergeschut wilden opstellen.”

Polder onder water

Theo: “De Duitsers zetten ook een deel van de polder onder water om zo een mogelijke opmars van het geallieerde leger vanuit Brabant tegen te kunnen houden. Toen het water in de polder werd gelaten, moesten de nog aanwezige bewoners, die op laaggelegen land woonden, ook evacueren”.

Evacuatie

Theo en zijn familie worden door de Duitse bezetter gedwongen te evacueren naar een boerderij van de familie Van Iwaarden, die de ‘Reephoeve’ heet. Daar mogen ze inwonen bij hun gezin . Elk gezin heeft wel een eigen gedeelte van het huis ter beschikking.
Soms kunnen de Boudelings via een omweg toch nog bij hun eigen boerderij ‘Fredriksburg’ komen, die niet ondergelopen is. Er hangen in de oude schuur tabaksbladeren te drogen, die de mensen in de omgeving verbouwden. De schuur was een ideale plek om de bladeren te drogen. Door de schuurdeuren open te zetten, worden de bladeren gedroogd door de wind.

Bevrijding

Over de bevrijding vertelt Theo: “Mijn broertje Kees is geboren in september 1942. We woonden toen nog bij de familie Van Iwaarden. We zijn daar tot 4 november 1944 gebleven, toen we bevrijd zijn door de Canadezen”.

Terug naar eigen boerderij

“Na de bevrijding konden we weer terug naar onze eigen boerderij ‘Frederiksburg’ bij Philipsland (foto-animatie rechts). Gelukkig heeft er geen water in ons huis gestaan en de polder was ook weer drooggevallen. De grond was wel erg verzilt door het zoute water. Veel planten wilden daarop niet groeien. Door gips op het land te strooien, werden de zoutdeeltjes verdreven en werd de grond beter. Mijn vader zaaide in het voorjaar van 1945 de eerste gerst”, aldus Theo

Duitsers vechten door

Niet heel Zeeland is in 1944 bevrijd. De Duitsers houden aanvankelijk stand tegen de oprukkende geallieerden. Op 3 oktober 1944 bombarderen de geallieerden de dijk bij Westkapelle, waardoor het eiland Walcheren onder water komt te staan. Op 8 november 1944 wordt Walcheren bevrijd.
Ook hier is er veel schade door het zoute water en dat blijft lang voor problemen zorgen. Het eiland  Schouwen-Duiveland wordt pas in mei 1945 bevrijd.

Opnieuw gevechten

Theo: “In het huis van mijn opa en oma waren geallieerde commandotroepen ingekwartierd. ’s Nachts voerden ze verkenningen uit, want het gevaar bestond dat de Duitsers ons eiland Tholen zouden proberen te heroveren. Daartoe deden ze een poging in januari 1945. Duitse troepen staken met bootjes vanaf Schouwen-Duiveland het water over en hielden bij ons de Rijksweg onder vuur. Er werd toen zó hard geschoten, dat al onze ruiten aan diggelen gingen, en ook een aantal dakpannen.

Weer vluchten

In ‘Rumoirt’ (Ruimoord), een boerderij een stukje verderop, zaten officieren van de geallieerden op zolder. De bewoners waren gevlucht naar de kelder. Er is toen hevig gevochten en er vielen ook doden. Wij moesten de dag erna weer vluchten en onze boerderij opnieuw verlaten. We zijn toen naar het dorp Sint Philipsland gegaan. We verbleven in het huis van een oude man, die tijdelijk bij zijn zwager introk. Onze Jan is daar in maart 1945 geboren. Wij bleven daar wonen tot heel Nederland in mei 1945 was bevrijd”, aldus Theo Boudeling.  


Dit oorlogsverhaal is eerder verschenen op de website van de inmiddels opgeheven Stichting Ongeland. Deze heeft de Stichting Oorlogsverhalen gevraagd haar oorlogsverhalen voor de toekomst te bewaren en ze op www.oorlogsverhalen.com te publiceren. Wij voldoen graag aan dit verzoek.
 


 

Terug naar het overzicht