Cornelis (Kees) de Kock
Cécile Nieuwenhuijsen-de Kock (geboren op 3 augustus 1940) is de dochter van Burgemeester Kees de Kock van de gemeente Oosterhesselen (Z.O.Drenthe). Zij vertelt over de Duitse bezetting en hoe haar vader voor zijn verzetsactiviteiten als represaille op 18 september 1944 door Nederlandse rechercheurs van de SS werd vermoord.
Cécile "Om uit handen van de Nazi’s te blijven zat een burgemeester in een moeilijke positie. Enerzijds moest hij opkomen voor zijn bevolking, anderzijds moest hij zich houden aan de regels van de bezetter. Hij was de schakel tussen het Duits bezettingsbestuur en de Nederlandse samenleving. Ook moest hij zich steeds de vraag stellen, kunnen wij naar eer en geweten ons werk blijven doen en hoe vinden wij een uitkomst in geval van nood".
Vertrouwen bij illegaliteit
"Met een groot gevoel van verantwoordelijkheid voor zijn bevolking bleef mijn vader (foto rechts: Kees de Kock met zijn 2 dochters) op zijn post, waardoor hij een groot vertrouwen bij de illegaliteit kreeg. Regelmatig was er contact met meerdere Drentse burgemeesters die uit hetzelfde hout gesneden waren. Op deze bijeenkomsten kwamen dan verzetsvragen aan de orde die hen allen bezighielden. Deze konden dan gedeeld worden wat vooral een steun in de rug gaf".
Dolle dinsdag
"Begin September 1944 naderden de geallieerden de Nederlandse grens en Dolle Dinsdag volgde. De Duitsers evenals de NSB ers werden bang dat de oorlog voor hen verloren was en dat zij de gevolgen zouden ondervinden. Massaal vluchtten zij naar Duitsland. Na Dolle Dinsdag (6 September) wilden de Nederlandse rechercheurs van de SS nog wraak acties uitvoeren de zgn. Aktion Silbertanne. Bij vermoeden van illegaliteit namen zij het initiatief om ter plekke zonder onderzoek en proces te moorden.
Verzetsactiviteiten
Mijn vader Kees die steeds geweigerd had mensen voor werk ter ondersteuning van de bezetter aan te wijzen, werd verdacht van betrokkenheid bij overvallen op het distributiekantoor van Zwinderen en bij het saboteren van vordering van paarden en de vervalsing van persoons bewijzen. Voor zijn verzets aktiviteiten werd hij als represaille op 18 september 1944 gedwongen mee te gaan naar de Commissaris van de Koningin in het Kantongerecht Assen. Dit als voorwendsel, dat tevens moest dienen als afschrikkend voorbeeld voor de gemeente. Later hoorden wij dat vader eerder gewaarschuwd was voor de risico’s die zijn werk met zich meebracht. Hij zou moeten onderduiken".
Arrestatie
"Ons gezin was al eens kort ondergedoken geweest, maar als vierjarig meisje herinner ik mij dit alleen als een leuk logeerpartijtje. Uiteindelijk was vader van plan om te gaan onderduiken, maar wilde eerst moeder Dieneke en zijn twee dochtertjes Lucie en Cécile (foto rechts) nog goeden dag zeggen.
Tegen de avond fietste een NSB er langs ons huis die hem zag en zijn aanwezigheid verraadde bij het Silbertanne commando waarmee hij in contact stond. Hierna volgde arrestatie. Geen tijd werd hem gegund een jas aan te trekken voor zogenaamd vertrek naar het kantongerecht in Assen".
Executie
"Met een geweer in de rug werd vader in een auto geduwd en buiten de dorpsgrens ten Noorden van Oosterhesselen gereden. Onderweg stopte de auto en werd hij al slaand en trappend gedwongen uit te stappen. Onder bedreiging werd daarna de lange weg tussen Meppen en Aalden te voet afgelegd.
Bij een bosje aangekomen werd vader op 38 jarige leeftijd tenslotte meedogenloos vermoord waarna hij onmiddellijk begraven moest worden".
Pappies tuintje
"Op de begraafplaats in Oosterhesselen werd vader begraven. Van zijn graf maakte ik als klein meisje met kiezelsteentjes en bloemetjes er een mooi tuintje van. Moeder die zoveel mogelijk het verdriet van ons wist weg te houden, sprak altijd over “pappies tuintje” als wij naar de begraafplaats gingen".
Herdenken
"Toen wij later in Hilversum woonden, reisden we jaarlijks op 4 Mei naar Oosterhesselen om te herdenken en bloemen op vaders graf en de andere gevallenen te leggen. We logeerden dan bij notaris Tammens waar de vlag eerst halfstok gehangen werd alvorens wij deelnamen aan de stille tocht naar de begraafplaats.
De intense stilte om acht uur bij het graf met het gezang van een enkele merel en de Last Post zal ik mij altijd blijven herinneren".
Getuige executie
Jaren later vernam ik dat destijds een dorpelinge getuige van de executie was geweest. Deze wrede daad waar hun geliefde burgervader slachtoffer van was geworden had ook op haar diepe indruk achter gelaten. Zij waren het, die samen met de Historische vereniging Klenckerheugte een herdenkingsteen lieten plaatsen aan de Aelderstraatweg waar onze hele familie bij de onthulling in 2011 aanwezig was. De hoofdstraat waaraan ook destijds ons huis Midhessel stond werd na de oorlog “Burgemeester de Kock” Straat genoemd. Bovendien verscheen er een plaquette achter de kerk met de namen van Kees en de andere verzetslieden".
Getrouwd met Hans Nieuwenhuijsen
In 1963 is Cécile de Kock getrouwd met Hans Nieuwenhuijsen ( trouwfoto rechts). Net als zij is Hans ook een kind van een vermoorde verzetstrijder. Zijn vader Frits Nieuwenhuijsen was als inlichtingenofficier lid van verschillende verzetsgroepen en werkte samen met Walraven van Hall, die later bekendheid kreeg als 'de Bankier van het Verzet'. Ze werden samen met nog 6 verzetsmensen, gefusilleerd in Haarlem op 12 februari 1945.
Het verhaal en de video van Hans Nieuwenhuijsen over zijn vader Frits zijn hier >> te vinden
Het hele oorlogsverhaal van Cécile Nieuwenhuisen-de Kock over haar vader en hun gezin in de Tweede Wereldoorlog is hier >> te lezen
De video met het oorlogsverhaal van Cécile Nieuwenhuijsen-De Kock is mede mogelijk gemaakt door een subsidie van het vfonds (Nationaal Fonds voor Vrede, Vrijheid en Veternanenzorg) in het kader van het project 'De laatste ooggetuigenissen van (de gevolgen van) de Tweede Wereldoorlog' van de Stichting Oorlogsverhalen.