Direct contact? Mail ons: info@oorlogsverhalen.com

Home > Namen > Heije Kulper

Heije Kulper

Het oorlogsverhaal van Heije Kulper uit Groningen. Hij is op het eiland Celebes in Nederlands-Indië geboren. Zijn oorlogsverhaal is is op panelen tentoongesteld door beeldend kunstenaar Egbert Pikkemaat voor zijn expositie-project 'Oorlogsverhalen van Indische en Molukse Groningers'

Geboren na de Tweede Wereldoorlog

Heije Kulper (foto rechts) is na de Tweede Wereldoorlog op 11 februari 1948 geboren in Makassar (Celebes). Zijn moeder was een dochter van -wat hij noemt "een Inlandse burgemeester"- en was 16 jaar toen ze voor de oorlog met Heije Kuperus trouwde. Ze kregen samen 3 dochters.

Niet de echte vader

Over Heije's echte vader heeft zijn moeder niet veel losgelaten. Zeker is wel, dat het niet haar echtgenoot Kuperus geweest kan zijn. Hij was een uit Friesland afkomstige KNIL-militair en is in 1945 overleden, dus 3 jaar voor Heije's geboorte in 1948.
Tijdens de Japanse bezetting heeft Heije's moeder in een Jappenkamp gezeten. Heije heeft van zijn moeder begrepen dat twee van haar dochters door de Jappanners levend zouden zijn begraven. De laatste nog levende dochter werd na de oorlog meegegeven aan moeder's zus, die naar Australië is geëmigreerd.

"Buitenechtelijk" kind

Vermoedelijk is Heije verwekt door de adjudant van wijlen Kuperus, waarmee moeder na de oorlog een kortstondige relatie heeft gehad. Hij heette Bos, nam deel aan de Politionele Acties (1946 en 1948) en overleed een maand voor Heijes geboorte.
De familie Kuperus weigerde echter het -wat zij noemden 'buitenechtelijke kind'- te erkennen (Heije's moeder was weduwe van Heije Kuperus en droeg zijn achternaam). Hierdoor kon Heije bij zijn geboorte niet worden geregistreerd onder dezelfde Nederlandse achternaam (Kuperus) als zijn moeder, die na de oorlog een goed weduwe-pensioen aan haar overleden echtgenoot had overhouden en in een groot huis in het toen nog Nederlands-Indië kon wonen.

Weg uit Indië

Heije's Indische moeder was bezorgd, dat zij en haar zoontje met z'n Hollandse blonde haren niet zouden worden geaccepteerd in de Indonesische samenleving na de onafhankelijkheid. Ze wilde daarom weg uit Indië. (Foto rechts: Expositie 'Oorlogsverhalen van Indische en Molukse Groningers' in het Floreshuis in Groningen)
Net in die periode kreeg ze een relatie met Johnny van Room, een Molukse KNIL-Militair. Er ontstond een voor haar moeilijke situatie. Heije's moeder wist dat als ze met Johnny van Room zou trouwen haar pensioen dat ze kreeg sinds de dood van Heije Kuperus, zou stoppen. En dat wilde ze niet. Maar ze wist ook dat haar zoon overal buiten de boot zou vallen, wanneer hij geen voogd zou hebben. Ze besloten niet te trouwen, maar Van Room nam wel het voogdijschap van Heije op zich. Heije's moeder hield dus de achternaam Kuperus. 

Brief aan Koningin Wilhelmina

Maar Heije had hierdoor nog steeds geen officiële achternaam.
Daarom werd in een brief aan Koningin Wilhelmina het verzoek gedaan een nieuwe achternaam te mogen kiezen. Er werd gevraagd of zijn achternaam Kuiper -een verbastering van Kuperus- kon worden. Maar omdat 'Kuipers' veel voorkwam in Nederland, is besloten de letter ‘i’ te vervangen door de letter 'l' . Zo ontstond voor Heije de achternaam, ‘Kulper’.

In Nederland weer naar een kamp

In 1950 (vlak nadat Indonesië op 27 december 1949 onafhankelijk was geworden- red.) stapte moeder en Heije als Indische repatrianten op de boot naar Nederland.
Na aankomst werden zij linea recta naar kamp Schattenberg (het voormalige Duitse concentratiekamp Westerbork) gebracht . Heije vertelt dat ze volgens zijn moeder midden in de winter bij vrieskou aankwamen. Ze kregen slechts een sprei uitgereikt, maar geen winterkleding. Hun behoefte moesten ze doen gehurkt op een open toilet.  
In Schattenberg werden ook steeds meer Molukse gezinnen ondergebracht, die na de overdracht van Indië aan Indonesië hun land moesten verlaten. Zo worden worden moeder en Heije in 1951 in Kamp Schattenberg herenigd met Johnny van Room, waar Heije's moeder in Indië een relatie mee had. Ook hij had Indonesië moeten verlaten.

Epiloog


"Op sociaal-emotioneel gebied ben ik veel tekort gekomen. Ik weet eigenlijk alleen dat ik geboren ben in Makassar, in het Wilhelminaziekenhuis. Verder weet ik bijna niets. Ik heb mij nooit kunnen identificeren met een eigen familie of de plek waar ik vandaan kom. Ik voel mij net zo eenzaam als een aangenomen kind.”, aldus Heije
Heije mist een mannelijk rolmodel in zijn opvoeding. Een deel van zijn jeugd werd die rol min of meer vervuld door Van Room, zijn Molukse voogd. Maar die zag hij alleen in de weekenden, als hij bij Heije en zijn moeder verbleef.
(Foto rechts: Heije's moeder in het KNIL-uniform van Johny van Room, Heije's voormalige voogd). 
Totdat Heije er op zestienjarige leeftijd achterkwam, dat Van Room getrouwd was en kinderen had bij een andere vrouw. Hierna heeft Heije het contact met Van Room verbroken.
Heije: “Mijn moeder heeft altijd gezegd: 'Ik ben gevlucht om jouw blanke huid'. Maar of moeder altijd de waarheid sprak over haar geschiedenis, is de vraag. Als ik twee weken na mijn interview voor de expositie 'Indische en Molukse Groningers' mijn dochter Peggy hierover spreek, blijken er delen van moeders verhaal niet te kloppen. Nadat ze mijn interview heeft gelezen, is ze gaan neuzen tussen de foto’s en documenten van haar onlangs overleden oma (Heije's moeder-Ik vind het fijn om samen met Peggy te zoeken naar antwoorden. Peggy heeft mijn informatie ook vergeleken met informatie van de Nederlandse Oorlogsgravenstichting. En daarmee vond ze bewijs dat Floris Gozewinus Bos echt mijn biologische vader is, en dat hij is overleden in Makassar op 16 januari 1948, een maand voor mijn geboorte", aldus Heije.

 

 

 

 

 

 

Terug naar het overzicht