Marius Hampel
Het oorlogsverhaal over Marius Hampel gesneuveld op 26 juli 1953, de laatste dag van de Korea Oorlog.
De Korea Oorlog
De Korea oorlog die op 25 juni 1950 begon, was een oorlog tussen het communistische Noord-Korea en het pro-westerse Zuid-Korea. Noord-Korea werd daarin militair gesteund door de Volksrepubliek China en de Sovjet-Unie. Zuid-Korea werd gesteund door de Verenigde Naties, plus 15 landen die bij de VN waren aangesloten. De oorlog eindigde op 27 juli 1953 met een wapenstilstand die werd getekend te Panmunjeom. Er is nog steeds geen vredesverdrag gesloten, waardoor het conflict formeel voortduurt.
De Korea oorlog kostte aan 122 Nederlandse militairen het leven en drie militairen zijn nog steeds vermist. De gesneuvelde militairen liggen begraven op het Nederlandse deel van het Ereveld van de Verenigde Naties Tanggok, te Busan, Zuid-Korea.
De laatste patrouille
Op 25 juli 1953, ’s avonds om 22.00 uur gaat een gevechtspatrouille van 14 man, onder leiding van 2e luitenant Douna naar het voorterrein. Er zijn drie controlepunten waar de patrouille zich moet melden. Bij het bereiken van controlepunt 3 vallen er schoten, 'burp guns' van de Chinezen. Het contact met de leiding wordt plotseling verbroken. Er wordt een standby eenheid gestuurd naar controlepunt 3 om de aangevallen patrouille te steunen.
Bij aankomst van de standby eenheid is het gevecht al afgelopen. Er worden doden en gewonden aangetroffen. Van de 14 man zijn er 5 gesneuveld, vier mannen raken gewond, twee soldaten zijn gevangen genomen en 3 worden vanwege gevechtsuitputting afgevoerd.
Soldaat Hampel
Bij de gesneuvelden was soldaat Hampel. Het was zijn laatste patrouille omdat hij binnen enkele dagen zou terugkeren naar Nederland.
In 2016 gaat de zus van soldaat Marius ,Tiny van der Kemp-Hampel, voor de eerste keer naar het graf van haar broer Marius op het UN-ereveld in Busan, Zuid-Korea. Samen met haar dochter legt ze bloemen op zijn graf en leest een stukje uit zijn bijbel.