Direct contact? Mail ons: info@oorlogsverhalen.com

Home > Namen > Ton Verstraaten

Ton Verstraaten

Het oorlogsverhaal van Ton Verstraaten, opgetekend door zijn zoon Jan. Ton Verstraaten (foto onder) werkte sinds 1937 in Nederlands-Indië voor de Handelsmaatschappij Borsumij. Toen begin 1942 Japan Nederlands-Indië aanviel en bezette, werd Ton, als KNIL (Koninklijk Nederlands-Indisch Leger)-militair krijgsgevangen gemaakt. Hij kwam in diverse Japanse krijgsgevangenkampen terecht in Indië, Singapore en Japan.

Foto: Vader Ton Verstraaten in 1945

KLM-koffertje

Zoon Jan Verstraaten vertelt, dat ze na de dood van zijn vader een KLM-koffertje (foto onder) vonden, waarin verslagen zaten die zijn vader had geschreven over zijn oorlogstijd. Jan:
 “Net zoals zoveel oorlogsslachtoffers was mijn vader Ton een zwijgzame man. Praten over de oorlog deed hij niet en wij mochten van onze moeder er ook niet naar vragen”.
Door de verslagen kwamen ze er pas achter wat Ton in de oorlog had moeten doorstaan. 
“In een jaar tijd werd hij in vijf kampen op Java gevangen gehouden, waaronder de beruchte Glodok gevangenis in Batavia. In januari 1943 werd Ton, met honderden andere gevangenen per trein naar de H.B.S. in Soerabaja vervoerd. Hier bemachtigde hij een stel schriften om zijn aantekeningen over het vervolg van de oorlog op te schrijven. De gehele oorlog lukt het hem om zijn aantekeningen voor de Japanners verborgen te houden”, aldus zijn zoon Jan.

Hell Ships

Na 14 dagen werden de krijgsgevangenen, waaronder Ton Verstraaten, in Soerabaja ingescheept in het vrachtschip 'Maebashi Maru' (foto rechts). Later werden dit soort schepen bekend onder de verzamelnaam ‘Hell Ships’, vanwege de onmenselijke behandeling van de krijgsgevangenen. Jan Verstraaten vertelt hoe zijn vader de situatie in het schip beschreef: “Het was een oud en verwaarloosd vrachtschip. Er werden ongeveer 1.000 mannen in het ruim van het schip geperst. De temperatuur was ondragelijk, want de ventilatie werkte niet. Er was te weinig plek voor de vele mannen. Met opgetrokken knieën zitten, was de enige mogelijkheid. Driemaal per dag werd uit emmertjes rijst en onsmakelijke vissoep aan de mannen uitgedeeld”.

Singapore

De bootreis duurde 10 dagen en nachten. De bestemming was Singapore, dat ook in handen van de Japanners was. Ton Verstraaten en de andere gevangenen werden opgesloten in de gevangenisgebouwen van Changi. Dat duurde circa 2 maanden. Op 2 april 1943 werd Ton en ongeveer duizend andere krijgsgevangenen verscheept naar Japan:
“Ze werden vervoerd met een ander Hell Ship, de Hawai Maru (foto rechts)”, zo maakte zoon Jan op uit het verslag van zijn vader. “De omstandigheden aan boord waren heel beroerd. Het leek een slavenschip. Er was een extra dek gemaakt om zoveel mogelijk gevangenen te vervoeren. De mannen konden er niet rechtop staan, maar moesten kruipend op hun plaatsen komen. Zij kregen tweemaal per dag wat kleffe rijst met waterige vissoep uitgedeeld. Veel mannen kregen door het weinige en slechte voedsel en de slechte hygiëne buikloop en dysenterie. Al gauw was de ziekenboeg vol met zieke en ondervoede mannen. Deze helse tocht, die drie weken duurde, kostte aan zes mannen het leven. Zij kregen een zeemansgraf”, aldus Jan Verstraaten.  

In Japan

Eenmaal in Japan werden de krijgsgevangenen opgesloten in het kamp 'Fukuoka 6B' (foto rechts: bewakers van het kamp) bij Mizumaki. In het kamp zaten naast (Indische) Nederlanders ook gevangengenomen Australiërs, Amerikanen en Engelsen. Zij moesten dwangarbeid verrichten in de nabijgelegen kolenmijn. Het kamp bij de kolenmijn bestond uit 16 barakken met acht kamers boven en acht beneden, ieder voor vier mannen. Er werd geslapen op matjes. Jan Verstraaten: “De mannen hadden erg veel last van vlooien en wandluizen. Het eten was niet meer dan een schep rijst met een gedroogde wortel en een veldfles met thee. De gevangenen werkten in drie ploegen. Ze moesten honderden meters onder de grond kolen delven, die door de Japanse bewakers blootgelegd werden met springstoffen (Foto rechts: tekening van Ton Verstraaten: 'Uitzicht op de Mijn'). De gevangenen schepten daarna de kolen in de klaarstaande lorries. Het was gevaarlijk werk en door vallende stenen kwamen verschillende krijgsgevangenen om. Een kameraad van mijn vader Ton raakte met zijn onderbeen bekneld tussen twee lorries. Zijn been moest worden afgezet en na weer opgelapt te zijn, moest hij, steunend op krukken, werken in de kampkeuken”, aldus Jan Verstraaten.

Atoombommen

Op 6 augustus 1945 werd de Japanse havenstad Hiroshima getroffen door een Amerikaanse atoombom en drie dagen later de stad Nagasaki. Daarna capituleerde het Japans Keizerrijk. Jan Verstraaten vertelt: “De atoombommen waren een zegen voor de krijgsgevangenen. Mijn vader Ton woog toen nog maar 48 kg”.
Een maand na de capitulatie werden de voormalige krijgsgevangenen door de Amerikanen vanuit Nagasaki naar Manila op de Filippijnen overgebracht, waar ze konden aansterken in een zogeheten 'Recovery Camp'.
Jan Verstraaten: “Daar kregen de mannen goed te eten en konden ook naar de dokter en de tandarts”.

Terug in Nederlands-Indië

Eind november 1945 was Ton weer terug in Indië. Maar daar was inmiddels een opstand uitgebroken voor onafhankelijkheid. Opnieuw moest Ton dienen in het KNIL. Zijn standplaats was Makassar op het eiland Celebes (Foto rechts: Ton Verstraaten-1946 in Makassar).
Eind 1947 kreeg hij eervol ontslag uit het leger en kon voor enige maanden terug naar Nederland. Jan: “Hier zag mijn vader in Leiden na 10 jaar weer zijn ouders terug. Na wat wij tegenwoordig speed daten noemen, trouwde hij in Rotterdam met mijn moeder en vertrok eind 1948 met haar naar Ned. Indië om zijn werk bij de Borsumij weer op te pakken. Hij bleef werkzaam in Nederlands- Indië, dat op 27 december 1949 was overgedragen aan de Republiek Indonesia. In 1953 keerde hij met zijn gezin terug naar Nederland”, aldus Jan Verstraaten.

Epiloog

“Na het lezen van zijn verslagen begreep ik dat mijn vader zeer zware oorlogsjaren had doorgemaakt. Ik vond het een eer om samen met mijn broer de belevenissen van Ton te verwerken in een boek met als titel ‘Ooggetuige Krijgsgevangen in Indië en Japan 1942-1945’, zo vertelt zijn zoon Jan. “Ik maakte twee reizen naar Indonesië: het land waar ik in 1950 in de stad Pontianak ben geboren”. Deze reizen maakte ik in het spoor van mijn vader en dat bracht hem dichter bij mij”, aldus Jan.
“Een dag voor het overlijden van onze vader Ton zaten wij kinderen aan zijn bed in het Deventer Ziekenhuis. Wij luisterden naar zijn verhaal. Hij betuigde spijt dat hij na de oorlog in Arnhem de kameraad zag lopen, die in de kolenmijn met zijn onderbeen tussen twee lorries bekneld raakte. Hij had hem niet durven aanspreken... Voor ons werd het eens te meer duidelijk dat de oorlog nooit verdwenen is uit het leven van onze vader Ton”.

Ton Verstraaten overleed op 13 april 2005 in Deventer. Hij is 87 jaar geworden.

Meer lezen

Het volledige verhaal over Ton Verstraaten is te lezen door op de oranje button hiernaast te klikken. Nog meer informatie is te vinden op: ooggetuigeverstraaten.nl

 

Terug naar het overzicht