Direct contact? Mail ons: info@oorlogsverhalen.com

Home > Namen > Trinette Strijbos

Trinette Strijbos

Het oorlogsverhaal van de in 2022 overleden Trinette Strijbos over de razzia in Rotterdam en de onderduik van haar en haar vader. Het verhaal is ingestuurd door haar neef Laurens Strijbos. Hieronder een samenvatting.

Trinette Roelfsema-Strijbos (1934-2022) was de oudste van een gezin van acht kinderen. Zij woonde als kind
(foto boven) met haar ouders in de Van Cittersstraat in Rotterdam-West (foto rechts onder).
“Toen zij in 2022 op TV beelden zag bij het begin van de oorlog in Oekraïne kwamen de herinneringen weer boven van wat ze als kind heeft meegemaakt in de Tweede Wereldoorlog. Bij de beelden van de bombardementen en Russische soldaten moest ze eraan denken, zo vertelde zij, hoe zij bij de bombardementen op Rotterdam met het gezin ging schuilen onder de trap in de gang met de handen voor de oren. Ook andere beelden kwamen weer terug, soms ook ‘s nachts, zei ze. Daarover kwam ze niet uitgepraat in de lange telefoongesprekken waarvan hieronder verslag is gedaan” aldus haar neef Laurens Strijbos.

Hongerwinter
Trinette vertelde ondermeer over de verschrikkingen van de hongerwinter. In oktober 1944 liep zij, en haar 8-jarige broertje op de step samen met haar vader achter de kinderwagen van Rotterdam naar Pernis om daar eten te kopen bij een verre verwant.

Razzia Rotterdam
Een ingrijpende gebeurtenis, die ze zich heel goed kon herinneren, was de razzia in Rotterdam in november 1944.


De razzia van Rotterdam op 10 en 11 november 1944 is de grootste razzia die de Duitse bezetter in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft gehouden. Bij deze razzia zijn ongeveer 52.000 van de 70.000 mannen tussen 17 en 40 jaar uit Rotterdam en Schiedam weggevoerd. De razzia werd straat voor straat en huis voor huis uitgevoerd waardoor ontsnappen nauwelijks mogelijk was. De eerste dag werden Schiedam en de rand van Rotterdam doorzocht, de tweede dag volgde het centrum van Rotterdam. De mannen werden op diverse locaties samengebracht, waaronder het Feijenoord Stadion. Van de opgepakte mannen vertrokken er circa 20.000 te voet richting Utrecht, 20.000 werden per rijnaak afgevoerd en 10.000 per trein. Van de afgevoerde mannen werden er circa 10.000 tewerkgesteld in het oosten van Nederland, de rest ging voor de Arbeitseinsatz naar Duitsland.


Afgevoerd 
Ook Trinette’s vader was door de bezetter bevolen om te gaan werken in het kader van de Arbeitseinsatz. Daarvoor moest hij zich op 10 november 1944 melden op een van de verzamelpunten. Haar moeder had nog tegen hem gezegd thuis te blijven. Maar omdat hij zijn gezin met zes jonge kinderen niet in gevaar wilde brengen, als hij niet zou komen opdagen, meldde hij zich wel op het verzamelpunt op het Burgemeester Meineszplein in Rotterdam.  Haar moeder zei op die dag tegen Trinette en haar zesjarig broertje Dick: “Ga snel naar de Hofstedestraat. Misschien zie je vader dan nog, want daar zullen ze wel langskomen”. Maar toen ze daar aankwamen, was haar vader en de kolonne mannen (foto boven) die afgevoerd werden, dat punt inmiddels al gepasseerd. Ze waren lopend op weg naar Delft.
In Delft was er een tussenstop in een gebouw van de Technische Hogeschool. Hier kregen ze brood dat onder andere door mensen van het Rode Kruis werd uitgedeeld. Tijdens het uitdelen kreeg vader Strijbos ineens door een man een Rode Kruisband in zijn handen gedrukt, die hij direct omdeed. Daardoor werd hij uit de rij gehaald en moest ook brood uitdelen. Aan het einde van de dag zei deze man: “Meer kan ik niet voor je doen, dus ga er nu snel vandoor.” Daarop vluchtte Ttrinette’s vader in het donker naar zijn zus in Maasland, zo’n 11 kilometer lopen.

Controle  
In Rotterdam was het gezin Strijbos na de razzia zonder man en vader. Ze wisten niet wat er met hem gebeurd was. Twee Duitsers kwamen nog wel aan de deur om te controleren of er mannen in huis waren. Moeder Strijbos opende de deur met een open bijbel in de hand en las een gedeelte uit die bijbel voor. De ene Duitser zei tegen de andere: “Nichts zu machen” (Niets te halen).

Onderduik
Niet veel later komt via de familie het bericht binnen dat vader Strijbos gevlucht was en veilig en wel bij familie ondergedoken zat. Omdat de Duitsers er achter zouden kunnen komen dat vader Strijbos gevlucht was, kregen moeder Strijbos en haar kinderen het advies ook onder te duiken. Dat was veiliger.
Trinette en haar jongere broertje Dick werden ondergebracht bij haar oom die eigenaar was van Slagerij Strijbos in Maassluis. Haar moeder met de andere drie kleine kinderen trokken in bij het gezin van een oom en tante met vijf kinderen in Maasland: dat was in hun kleine huis met nu ineens 4 andere bewoners een hele opgaaf. Waar vader verbleef was nog steeds onbekend. Enk, Trinette’s broertje van 8 jaar is opgevangen door familie in Stadskanaal, waar hij tot de bevrijding is gebleven en ook naar school ging.

Trinette
Trinette ging af en toe met haar tante mee om vanaf Maassluis bonnen en eten te brengen bij haar oom en tante in Maasland. Daar kon ze dan even spelen met haar iets oudere nicht.  
Op een keer toen zij daar binnen speelde, duwde Trinette in het spel een slaapkamerdeur open. Tot haar verrassing stond ze ineens oog in oog met haar vader. Hij zei niets, maar drukte zijn vinger op zijn lippen: “Ssst”. Ze trok de deur snel weer dicht en is dit moment nooit vergeten (foto rechts: Trinette met haar vader).
Trinette speelde met haar nichtje soms ook buiten op straat. Later vertelde ze: “Op een dag kwam er een Duitser langs op een motor met zijspan. Hij vond de twee blonde meisjes wel leuk en hij vroeg aan ons of we wilden meerijden in de zijspan. Dat leek ons wel spannend. De familie achter het gordijn zag het gebeuren en heeft doodsangsten uitgestaan. Het liep gelukkig goed af”.
                                                                                          
TBC
Een nicht van Trinette’s moeder was getrouwd met een politieagent, Dick Verkerk genaamd. Hij zorgde voor een briefje van een huisarts. Daarin stond dat Trinette’s vader tuberculose (tbc) had. En dat gaf ze de mogelijkheid om na 4 maanden terug te keren naar hun huis in Rotterdam, zonder bang te hoeven zijn voor contrôles door de nazi’s. Mensen met tbc wilden ze niet voor de Arbeitseinsatz: ze waren bovendien ook doodsbang voor deze besmettelijke ziekte...!

 

 

Terug naar het overzicht