Velo Bierman
Vijf patronen per persoon. Daar moeten Ruud 'Velo' Bierman (1916-2014) en andere gemobiliseerde militairen het mee doen op 10 mei 1940. Na de capitulatie moet hij voor de Duitsers in de Opbouwdienst gaan werken.
Ondertussen raakt hij betrokken bij het verzet. Hij leert doden zonder wapens. Zijn groep wordt verraden. Hardhandig arresteert de Grüne Polizei 120 mannen. Eindeloze martelende verhoren volgen. 'Sie worden erschossen' luidt op een dag de boodschap. Het vonnis zal worden voltrokken in Fort De Bilt. De foutieve spelling van zijn naam redt Velo Bierman. Zijn nieuwe bestemming wordt kamp Natzweiler. Mensen die daarheen gaan verdwijnen 'in nacht en nevel'. Na de oorlog vertelt Velo Bierman zijn oorlogsverhalen aan scholieren en bezoekt samen met hen Natzweiler.
Bij het verzet
Velo vertelt: "Ik wist dat het om verzetswerk ging, maar had geen idee wat me te wachten stond. In een eerste bijeenkomst stelde iedereen zich voor als 'Pietersen'. Ik was vanaf dat moment ook Pietersen en zou worden opgeleid in het doden zonder wapens. We oefenden in het geheim. Als koerier bracht ik berichten rond in Den Haag. We werden goed opgeleid, maar hadden geen middelen".
"Vanuit Engeland zouden wapens en dergelijke aangevoerd worden. Ik werd als monteur overgeplaatst naar Hooghalen, waar een groot kamp van de Opbouwdienst was. Op een door mij aangegeven terrein vond de eerste dropping van het Englandspiel plaats. Toen de Opbouwdienst overging in de Arbeitsdienst en steeds meer nationaalsocialistisch werd namen we met vijf man ontslag. Ik weigerde de Hitlergroet te brengen."
Arrestatie
"Op een dag, op weg naar het station, waarschuwde een meisje me dat er opdracht van de Gestapo op het postkantoor binnengekomen was om mij te arresteren. Ik was 'schiessgefährlich'. Ik zou ter plekke doodgeschoten mogen worden. Ik liet mijn pistool bij het meisje achter. Onderweg naar Den Haag had ik het gevoel dat ik gevolgd werd. De volgende morgen werd ik van mijn bed gelicht door Grüne Polizei. Ze kwamen met de sleutel naar binnen. 'Aufstehen, Hände hoch', riepen ze. De straat was vol met SS-ers met mitrailleurs. Ik werd aan handen en voeten gebonden en de weg over gesleurd. Ook vele andere Pietersen werden gearresteerd. Het was 7 maart 1942."
Oranjehotel
"Vervolgens werd ik naar het Oranjehotel, de strafgevangenis in Scheveningen, gebracht. Een van de eerste dingen die ik daar zag was een leus op de muur: 'in deze bajes zit geen gajes, maar Hollands glorie potverdorie'. Ik werd verhoord door een Duitse soldaat, die in Hooghalen bij de dropping was geweest. Hij had alles verraden. Na de oorlog bleek dat een andere Duitse topspion een zolderkamertje bewoonde op mijn onderduikadres. 'Wie is de Hauptmann', was de enige vraag die hij stelde en hij sloeg met zijn sleutelbos de tanden uit mijn mond. Op dat moment kwam mijn harde opvoeding van pas. Ik kon tegen pijn. Na de eindeloze verhoren - soms 36 uur achter elkaar, met steeds dezelfde vraag - heb ik een maand in een donkere cel gelegen om bij te komen. De muren waren gewatteerd, zodat je er met je hoofd tegenaan kon lopen."
"In de cel raak je alle besef van tijd kwijt, maar ik heb tussen de zeven of acht maanden in Scheveningen gevangen gezeten, 'ohne Begünstigung'. Dan kreeg je geen bezoek, brieven of lectuur en je werd maar eens in de veertien dagen gelucht. Een tor zorgde voor de enige afleiding.
Op een dag riep een bewaker 'fertig machen, Sie werden erschossen, Sie gehen auf Transport'. Daarmee hadden ze al vaker gedreigd, maar nu was het kennelijk menens. Ik vroeg of ik een dominee zou kunnen spreken. Die zou in Fort de Bilt aanwezig zijn, luidde het antwoord."
Fort De Bilt
"Ze brachten me rechtstreeks naar Fort de Bilt in Utrecht. In een gebouwtje moest ik wachten, maar de SS-ers lieten de deur openstaan. Ik hoorde ze tegen elkaar zeggen 'Er ist nicht der richtige Bierman'. Wat was het geval? Mijn naam was Duits gespeld als 'Biermann' met twee nn-en. Ik zat te luisteren en ik kreeg hoop.
Ze moesten een Biermann hebben met twee nn-en, ik ben Bierman met één 'n'. De Duitse militair van Fort de Bilt viel over die ene 'n'. Toch werd ik werd naar de bunker gebracht.
Daar zat ik een paar uur, alleen. Plotseling werd ik weer terug naar Scheveningen gebracht. Niemand legde uit waarom ik de tocht gemaakt had. Het werd voor mij een uitje, maar het had mijn dood kunnen zijn. Ongelooflijk dat ik nog leef.
In de video hiernaast brengt Velo Bierman een bezoek aan het oorlogsmonument in Fort de Bilt.
Kamp Amersfoort en Vught
"Eenmaal terug in Scheveningen werd ik samen met de hele groep van 120 verzetstrijders verplaatst. Eerst naar kamp Amersfoort. Binnen een maand was ik zelf één van de levende lijken die we daar aantroffen. Dan naar kamp Vught. Er volgde een proces in Haaren ".
Natzweiler
"De hele Haagse verzetsgroep werd daarna in veewagens op transport gesteld naar Concentratiekamp Natzweiler. Wie naar Natzweiler ging, werd uitgeschreven uit het Bevolkingsregister. De gemiddelde overlevingsduur in Natzweiler was drie weken. Je werd doodgeschoten, omgebracht in de gaskamers, of je ging dood door honger, ziekte of het zware werk in de steengroeve. Ik heb de gaskamers en de lijken buiten het kamp gezien, omdat ik daar als elektricien van het Elektrisch Kommando moest werken. Van de 120 Pietersen hebben er 7 de oorlog overleefd."
Met scholieren naar Natzweiler
"Ik ben na de oorlog gaan vertellen over alles wat ik heb meegemaakt. Ik ga ook met scholieren naar de concentratiekampen toe. Ik herinner me veel details. Het vertellen is mijn redding geweest. En ik vind dat mensen de geschiedenis moeten kennen. Herdenkingen zijn belangrijk."
Het complete levensverhaal van Velo Bierman (1916-2014) is hier >> te lezen