Direct contact? Mail ons: info@oorlogsverhalen.com

Home > Landen > Oorlogsverhalen uit Thailand

Thailand

Thailand had tijdens de Tweede Wereldoorlog een militair bondgenootschap met Japan. Hierdoor konden geallieerde krijgsgevangenen van de Japanse bezetters, onder andere uit Nederlands-Indië, naar Thailand worden afgevoerd als dwangarbeiders voor de aanleg van een spoorweg tussen Non Pladuk (Thailand) en Thanbyauzayat in Myanmar (Birma). Ze noemden het de Dodenspoorlijn (Death Railway). Met de spoorlijn wilden de Japanners militairen en militair materieel kunnen transporteren voor de voorgenomen bezetting van India. Zover is niet gekomen, omdat het Japan niet lukte de oorlog in Zuid-Oost Azië te winnen.

Het werk aan de 415 kilometer lange spoorlijn begon op 16 september 1942 en werd 16 maanden later voltooid De Japanners maakten op grote schaal gebruik van dwangarbeid door krijgsgevangenen. Zij moesten met mankracht de zware spoorrails en bielzen leggen en de houten brugdelen plaatsen. De Japanners waren wreed en meedogenloos. Er was sprake van uitdroging, ondervoeding en tropische ziekten. Tijdens de aanleg stierven per dag gemiddeld 75 gevangen arbeiders. In totaal heeft de aanleg van de de Birmaspoorweg in de jaren 1942-43 aan 99.044 gevangenen het leven gekost. Onder hen 2782 Nederlanders. Velen waren gevangen genomen KNIL-militairen en Nederlanders uit toenmalig Nederlands-Indië.

De doden, die aanvankelijk langs de spoorweg werden begraven, zijn later (her)begraven op drie erevelden: Chungkai Kanchanaburi in Thailand en Thanbyuzayat in Birma. Deze werden aangelegd op initiatief van de Commonwealth War Graves Commission, de Britse zusterorganisatie van de Nederlandse Oorlogsgravenstichting.