Comprecht en Rozetta Eckstein-Lezer
Muntendam kende in de Tweede Wereldoorlog een Joodse gemeenschap van 14 personen. 12 van hen werden vermoord in de vernietigingskampen Sobibor en Auschwitz. Twee Joodse inwoners wisten aan dit lot te ontkomen. Dat waren Comprecht Eckstein en zijn vrouw Rosetta Lezer. Het echtpaar had geen kinderen.
De enige foto van Rozetta Lezer in de onderduikkelder
Comprecht was onderwijzer aan de school te Tripscompagnie. Zij woonden aan de Nieuweweg, naast het kerkje, dat nu verenigingsgebouw is. Op zijn fietsroute van huis naar school kwam Comprecht elke dag langs het aannemersbedrijf en bouwmaterialen handel van de familie Kroeze. Dit bedrijf was ook gevestigd aan de Nieuweweg. In de herfst van 1942 sprak Comprecht de eigenaar Hendrik Kroeze, die hem vroeg of hij niet beter kon onderduiken gezien de slechte berichten over het lot van de Joden. Hij bood Comprecht direct een schuilplaats aan. Binnen een week melde Comprecht zich weer bij Hendrik Kroeze en vroeg hem of zijn aanbod nog steeds gold, waarop Hendrik Kroeze antwoordde: "Kom maar!" Diezelfde avond ging het echtpaar met wat spullen naar Kroeze.
Onderduikkelder
Daar werden ze ondergebracht in een oude kelder van 5 bij 3 meter. Deze kelder lag onder het kantoor van de firma Kroeze. De kelder werd dusdanig ingericht dat een langdurig verblijf mogelijk was. En zo begon voor Comprecht en Rozetta een onderduikperiode, die ruim 2,5 jaar zou duren.
De twee onderduikers werden verzorgd en van eten voorzien door een beperkt aantal mensen uit Muntendam. Dat waren:
- Hendrik Kroeze (eigenaar van het aannemersbedrijf)
- Pieter Kroeze (zoon van Hendrik Kroeze)
- Hendrik Pater ( boekhouder van het bedrijf)
- en huisarts Berend Maarsingh.
Deze vier waren waren de enigen in Muntendam die wisten dat er in de kelder mensen zaten ondergedoken.
Eenzaam bestaan
Overdag was het voor Comprecht en Rozetta in de kelder een eenzaam bestaan. Comprecht las veel en maakte tegeltjes met opschrift. Rosetta hield zich bezig met brei-en verstelwerkzaamheden van de kleding van de familie Kroeze. Later werkten beiden in de kelder ook voor het verzet: ze hielpen met het drukken en kopiëren van verzetskranten, die via koeriers hun weg vonden in heel Nederland.
's Avonds konden de twee onderduikers naar boven komen om wat frisse lucht te krijgen. Ze konden zonder opgemerkt te worden in het donker hun benen strekken op bedrijfsterrein, terwijl hun helpers de toiletemmer leegten en nieuwe etenswaren brachten. Rozetta en Comprecht konden zelf in de kelder kosjere maaltijden bereiden op een petroleumstelletje.
Men moest zeer voorzichtig zijn. Altijd was er de angst voor verraad en om toch ontdekt te worden door de Duitse bezetter. Zowel voor de twee onderduikers als voor hun vier helpers gold dat ze zich geen onvoorzichtigheid konden veroorloven. Alles moest in het geheim gebeuren. Als ze gepakt zouden worden kon het allen hun leven kosten. Want op onderduik en hulp bij onderduik stond in de bezettingstijd de doodstraf.
Bevrijding
Ze overleefden het allen: op 14 april 1945 werd Muntendam bevrijd en konden Comprecht en Rosetta na een verblijf van 2,5 jaar in de kelder, tevoorschijn komen. Zij hadden hun leven te danken aan vier onverschrokken verzetshelden uit Muntendam. Comprecht heeft niet lang van zijn vrijheid mogen genieten: hij overleed in oktober 1945 in Wildervank. Rosetta overleed in 2006 in Amsterdam. Beiden liggen begraven op het Joodse kerkhof in Veendam.
Kelder herontdekt in 2015
Door een grote brand in 1977 ging het bedrijfspand van Kroeze verloren. Op de oude fundamenten werd een nieuw bedrijf gebouwd. In 2015 ging de Stichting Archief Muntendam (Historische vereniging gemeente Muntendam) op onderzoek uit of de oude kelder bij de brand misschien toch gespaard was gebleven. Men ontdekte onder de vloerbedekking van het nieuwe kantoor, een luik dat toegang bleek te verschaffen naar de onderduikkelder. De kelder werd door de Stichting weer ingericht zoals deze er in de oorlog uitzag toen Comprecht en Rozetta er ondergedoken zaten. De Stichting zorgde ook voor een monument ter nagedachtenis van de twee joodse onderduikers en hun vier helpers.
Meer informatie: Stichting Archief Muntendam