Franklin van Kappen
Franklin Ernest van Kappen heeft voor het grote publiek bekendheid gekregen als militair analist op radio en televisie. Hij is Generaal-majoor der Mariniers b.d. en heeft vele buitenlandse missies geleid. Gedurende 3 jaar is Van Kappen militair adviseur op het gebied van vredesoperaties geweest van Secretaris Generaal van de Verenigde Naties in New York. Ook was hij adviseur van de NAVO. Van 2007 tot 2019 was hij Lid van de Eerste Kamer voor de VVD.
Minder bekend is dat Franklin van Kappen Indische roots heeft. Hij stamt uit een familie die vele generaties in Nederlands-Indië leefde. Allen zijn in Indië geboren. Dat geldt ook voor Franklin, die op 4 augustus 1941 in Semarang (Java) het levenslicht zag.
Vader Jan van Kappen
Vader Jan van Kappen was militair vlieger bij het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger, het KNIL. Na de Japanse bezetting in 1942 van Nederlands-Indië werd hij krijgsgevangene gemaakt en afgevoerd om als dwangarbeider aan de Birma Spoorweg te werken. Een tekening van vader Van Kappen uit zijn kamptijd is bewaard gebleven (foto rechts).
Moeder en zoon naar Jappenkamp
Ten tijde van de Japanse inval en bezetting woonden moeder Van Kappen en haar zoontje van nog geen jaar oud in Semarang, een grote stad aan de Java Zee. Tegenwoordig heeft Semarang anderhalf miljoen inwoners. In de oorlog waren er in Semarang een aantal Japanse concentratiekampen, waar vooral blanke Indische Nederlanders werden opgesloten.
Vrouwenkampen
Franklin van Kappen zat als baby met zijn moeder (zie foto rechts) in het vrouwenkamp Lampersari, in een buitenwijk van Semarang, en later als jongetje ook in Kamp Karangpánas. Het laatste was een Rooms-katholiek weeshuis in Semarang, dat de Japanners gevorderd hadden om het te gebruiken als concentratiekamp. De leefomstandigheden in de Jappenkampen waren erbarmelijk. De mensen zaten opgepropt in veel te kleine, onhygiënische ruimten. Besmettelijke tropische ziekten kosten velen het leven.
Bersiap
Na de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945 moesten Franklin en zijn moeder vluchten voor de moordende bersiap-benden van Indonesische jongeren. Voor hun aanvallen hielden ze zich overdag schuil in het struikgewas, en probeerden 's nachts te voet te ontkomen naar veiliger gebied.
Redding met Dakota
Vader Jan van Kappen zat na de Japanse overgave nog steeds in een kamp aan de Birma Spoorweg in Siam, het latere Thailand. Hij had het overleefd, maar was door ondervoeding sterk vermagerd en uitgeput. Hij was van de Engelse bevrijders afhankelijk om er weg te komen. Uiteindelijk weet hij naar Batavia te komen en zijn vrouw en kind op te sporen. Hij ziet kans ze uit de handen van de bersiap-strijders te redden door een Dakota DC2-vliegtuig te regelen dat ze tijdens een vuurgevecht ophaalde door te landen op een grasveld bij een alang-alang veld waar Franklin en zijn moeder zich schuil hielden.
Naar Nieuw Guinea
Vader Van Kappen wordt vervolgens met zijn vrouw en zoontje Franklin overgeplaatst naar Nederlands-Nieuw Guinea. Daar wordt hij commandant van de vliegbasis Biak, die na de Japanse capitulatie weer in Nederlandse handen is gekomen. Ze wonen in een ronde Amerikaanse barak (foto rechts).
Franklin heeft er een mooie tijd en is lang het enige blanke kind tussen papoea's en Zuid Molukkers. Van discriminatie onderling was geen sprake. Ze speelden vrijuit met elkaar en gingen niet naar school, omdat die er toen niet was. Hierdoor en door zijn eerdere verblijf in de Jappenkampen liep Franklin een leerachterstand van drie jaar op, die hij pas inhaalde toen ze in 1953 definitief naar Nederland kwamen.
Naar het KIM
In Nederland doorloopt hij met goed gevolg de HBS en gaat naar het KIM (Koninklijk Instituut voor de Marine) in Den Helder om daar de officiersopleiding voor marinier te volgen. Aanvankelijk wilde Franklin naar het KMA, waar hij, net als zijn vader, landmacht-officier wilde worden. Maar zijn vader weigerde hiervoor te tekenen, omdat hij als KNIL-officier geen achterstallige soldij heeft ontvangen van de Nederlandse overheid voor de periode dat hij krijgsgevangene was, omdat het KNIL na de oorlog werd opgeheven. Dit in tegenstelling tot Marine-soldaten, die wel uitbetaald werden.
In een bonus-clip >>, die hiernaast te zien is vertelt Franklin van Kappen hierover meer.
Bijzondere opdracht
Hij trouwt met Iris Polak, die ook in Indië is geboren en ook de Jappenkampen heeft overleefd.
Ze krijgen 2 zoons.
Franklin wordt uiteindelijk Generaal-Majoor der Mariniers, en is ook 3 jaar militair adviseur van de Verenigde Naties in New York. En daar krijgt hij een bijzondere opdracht van zijn baas Kofi Annan. Een opdracht die alles te maken had met zijn geboorteland Indië, waar hij en zijn vrouw vanwege hun oorlogservaringen en de negatieve gebeurtenissen in en na de bersiaptijd niet meer naar terug wilden keren. Toch gingen ze: en dat werkte tot hun beider verrassing helend...
Het project 'Indië in je Ziel' van de Stichting Oorlogsverhalen is mede mogelijk gemaakt door een subsidie van het Vfonds , het Nationaal Fonds voor Vrede, Vrijheid en Veteranenzorg.