Miel Andriesse
Miel Andriesse was een baby toen zijn Joodse ouders en een groot deel van zijn familie tijdens de holocaust werden vermoord door de nazi's. In de documentaire 'Een onwaarschijnlijke vriendschap' vertelt hij samen met Tanja Wolterbeek, na-oorlogse dochter van een berucht NSB-er in Eindhoven, zijn bijzondere verhaal. Tanja en Miel zijn vrienden geworden en geven nu samen lessen op scholen, waarin zij hun verhaal vertellen.
Samuel Andriesse (foto rechts op de arm van zijn moeder) wordt geboren op 28 juni 1942 in Eindhoven. Hij is een kind van Joodse ouders: vader Nathan Andriesse is dan 34 jaar oud en moeder Clara Andriesse-Haagens 26 jaar oud.
Onderduik
Ze duiken onder en besluiten hun zoon Samuel op een ander onderduikadres onder te brengen om zo bij de Jodenvervolging door de nazi’s zijn overlevingskansen te vergroten. Miels vertelt in de documentaire: "Ik kan me mijn ouders niet herinneren. Ik was iets ouder dan een jaar toen ze mij naar een onderduikadres brachten. Ik kan mij niet herinneren dat mijn moeder mij vastgehouden heeft, of dat mijn vader mij aangeraakt heeft".
Pleegouders
Samuel krijgt onderduik bij het gezin van de familie Verhees in Helmond (foto rechts), die hiermee zelf ook een groot risico neemt, omdat de nazi’s mensen probeerden op te pakken, die onderdak aan Joden verschaften. Daarop stond de doodstraf. Het gezin Verhees bestond op dat moment uit vader, moeder en drie dochters in de leeftijd van 16 tot 20 jaar.
Vader en moeder Verhees worden de pleegouders van Samuel, die hem, als was hij hun eigen kind, liefdevol verzorgen. Hij is, vertelt hij later, bij hen heel gelukkig.
Samuel is een Joodse naam en dat was in die tijd gevaarlijk, omdat als hij opgepakt zou worden door de nazi’s, het er niet levend van af zou brengen. Zijn pleegouders, geven hem daarom een andere voornaam: Miel (foto rechts).
Zo zou hij zich later ook blijven noemen.
Ouders vergast
Miels biologische ouders worden in november 1943 door de Sicherheitsdienst (SD) op hun onderduikadres opgespoord en gearresteerd. Waarschijnlijk zijn ze verraden.
Nathan Andriesse (leeftijd bijna 36 jaar) en Clara Andriesse-Haagens (28 jaar) worden op 31 januari 1944 in het vernietigingskamp Auschwitz (foto rechts) vergast.
Hetzelfde lot trof het overgrote deel van hun familie.
Na de oorlog
Na de oorlog spoort Miel’s oma, die aan de holocaust ontkomen is, hem op in Helmond. Ze besluit dat haar kleinzoon verder moet opgroeien in een Joods gezin . Hij wordt weggehaald uit zijn vertrouwde omgeving bij het pleeggezin Verhees. Zijn oma brengt hem onder bij een oom en tante (een zus van zijn biologische vader) in Tilburg, die de oorlog hebben overleefd.
Daar heeft hij geen prettige tijd. Vooral zijn tante toont weinig genegenheid jegens de jonge Miel.
Miel blijft twee keer zitten, moet daardoor van school af en voelt zich mislukt. Miel heeft het gevoel dat hij bij zijn oom en tante niets goed kan doen en dat hij eigenlijk niet gewenst is als pleegzoon.
Meer zelfvertrouwen
Miel voelt zich pas, zoals hij zegt, "gered", als hij op zijn 18e als dienstplichtige in militaire dienst moet. Daar hervindt hij weer wat zelfvertrouwen.
In 1962 is Miel met zijn tante en oom (zijn tweede pleegouders) naar Israël geëmigreerd, waar hij tot 1989 is gebleven. Hij gaat op zichzelf wonen en gaat studeren. Daardoor komt hij losser van zijn oom en tante.
Niels vertelt het zo: “Toen ik met succes de hotelschool had afgerond, bleek dus dat ik hartstikke goed kon leren en dat ik helemaal niet zo’n stommerik was als ik dacht dat ik was. Hetgeen mij regelmatig door mijn pleegmoeder werd ingewreven. Toen kon ik ook mijn pleegvader recht in de ogen kijken en tegen hem zeggen: ‘Kijk ik kan toch wel iets!”.
Later ben ik directeur van een hotelschool geworden (foto rechts). Die carrière is heel belangrijk voor mij geweest. Ik heb mijn echte ouders natuurlijk nooit gekend. Bij ouders kun je te rade gaan, je kunt troost bij ze vinden en dat blijft een gemis..."
“ Zelf heb ik nooit een normaal gezin gehad en daarom was het voor mij heel belangrijk dat ik zelf een gezin kon stichten met vrouw en kinderen. En dat is tot mijn grote geluk ook gebeurd”.
Gastlessen
Miel geeft sinds 2008 gastlessen op scholen over de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog. Bij de gastlessen- organisatie ontmoet hij Tanja Wolterbeek een na-oorlogse dochter van een beruchte NSB-er in Eindhoven, die ook gastlessen geeft (foto rechts: Miel en Tanja). Zij vertelt dan haar verhaal over hoe zij als kind van een NSB-er met de nek werd aangekeken, terwijl ze als na-oorlogs kind part nog deel heeft gehad aan wat haar vader als NSB-er in de oorlog heeft gedaan als Jodenjager voor de Duitsers. Iets waaraan ze als kind geen schuld heeft. Maar ze heeft er wel erg onder heeft geleden. Zo erg dat ze later grote psychische problemen kreeg, waarvoor ze in therapie is geweest.
Ook Tanja is, weliswaar op een andere manier dan Miel, slachtoffer van de oorlog.
Sinds ze elkaar ontmoet hebben, zijn Miel en Tanja bevriend geraakt en geven ook regelmatig samen gastlessen over de gevolgen van de Tweede wereld aan schoolkinderen.
En ze vertellen hun beider verhaal samen in de documentaire 'Een onwaarschijnlijke vriendschap'.
Het oorlogsverhaal van Tanja Wolterbeek is hier >> te lezen.
Yad Vashem onderscheiding
Miel Andriesse heeft voor zijn onderduikouders Verhees (Moesje en Ome Carel, zoals Miel ze noemt) posthuum de Yad Vashem-onderscheiding voor de Rechtvaardige onder de Volken aangevraagd voor het redden van Miel uit de handen van de nazi's. De onderscheiding is in 2006 toegekend en uitgereikt aan hun dochters Riek en Elly Verhees.
'Rechtvaardige onder de Volkeren' is een uit de Talmoed afkomstige eretitel, die door Israël wordt gegeven aan gojim (niet-Joden) die Joden ten tijde van de Holocaust hebben helpen onderduiken, ontkomen en overleven.
De toekenning van de Yad Vashem onderscheiding (foto rechts) gebeurt door de leiding van Yad Vashem, de plaats in Jeruzalem waar het Joodse volk de slachtoffers van de door Adolf Hitler georganiseerde massamoord op de Joden herdenkt