Direct contact? Mail ons: info@oorlogsverhalen.com

Home > Namen > Rutger Kuiper

Rutger Kuiper

Het oorlogsverhaal van Rutger Kuiper. Toen de Duitsers op vrijdag 10 mei 1940 Nederland binnenvielen, was Rutger 8 jaar. Hij zat in de derde klas (tegenwoordig groep 5) van de Lagere School. Hij woonde aan het Zuiderdiep in Nieuw-Buinen in de provincie Drenthe.

Rutger (foto rechts) is de oudste zoon van de familie Kuiper. Hij heeft drie zusjes en een broertje. De familie woonde op een boerderij in het veenkoloniale dorp Nieuw–Buinen, waar in hoofdzaak graan en aardappelen werden verbouwd. Het dorp had ongeveer 5000 inwoners en was bijna 10 km lang met langs de twee kanalen de rijen huizen.De boerderijen stonden aan de overkant van het kanaal. Via een eigen brug waren de boerderijen bereikbaar. In het dorp stonden toen twee glasfabrieken en een aardappelmeelfabriek.

Inval Duitsers

Toen de Duitsers op vrijdag 10 mei 1940 Nederland binnenvielen was Rutger 8 jaar. Hij zat in de derde klas (tegenwoordig groep 5) van de Lagere School. De onderwijzer van de derde klas moest bij de mobilisatie eind augustus 1939 weer in militaire dienst. De kinderen vonden het niet erg, omdat zij dan even niet naar school hoefden. Enkele weken na de capitulatie van Nederland op15 mei 1940, keerde hij terug voor de klas.

Dorpsgenoot gesneuveld

Marten Martens, een dorpsgenoot,  overleefde de Duitse inval niet. Hij is op 10 mei 1940 gesneuveld bij gevechten met de Duitser bij Rheden, een dorp ten oosten van Arnhem.
Op het kerkhof van Nieuw-Buinen werd, vlak bij het graf van Rutgers opa, voor Marten  een houten kruis geplaatst, waaraan zijn helm hing met daarin een kogelgat. Rutger was er zeer van onder de indruk. Nu staat er een monument waarop ook de naam van Marten Martens staat. (foto rechts)

Luchtalarm

In de meidagen van 1940 zag Rutger voor het eerst ook laagvliegende Duitse vliegtuigen met hakenkruizen op hun staart.
De aardappelmeelfabriek (foto rechts), die op 100 meter van de school lag, zou een doel voor de Duitser kunnen worden. Op school gingen ze oefenen voor het luchtalarm. De jongste leerlingen moesten direct onder hun bank kruipen. Kinderen uit de hogere klassen kregen ieder een taak: zo moesten bij zandbakken, water, schoppen en bezems gaan staan om bij brand snel te kunnen blussen. Rutger moest de buitendeur aan de achterkant van de school open houden. 

Vliegtuig neergeschoten

Op een dag in 1942 zag Rutger dat De Duitsers een Engels vliegtuig neerschoten, dat op weg was om in Duitsland te bombarderen. Er sprong iemand uit met een parachute. Hij kwam terecht bij het Noorderdiep, zo’n 500 meter van de school.Twee Duitse soldaten op motoren waren al gauw ter plekke. In de zijspan van één van de motoren zat een militair met een voor Rutger vreemd uniform. Waarschijnlijk was dat de parachutist die naar Groningen werd afgevoerd.

Splitsing in het dorp

In de klas van Rutger zat een jongen met NSB-ouders. Hij had een driehoekig speldje op met het logo van de NSB. Rutger mocht van zijn ouders niet met hem praten en spelen. De NSB zorgde in het dorp voor een splitsing tussen Duitsgezinden en mensen die zich tegen de Duitsers wilden verzetten. Zoals de vader van één van Rutgers vrienden. Hij was smid. In de smederij stond op de afzuigkap met grote witte letters: ‘Wie hier over politiek lult, wordt geslagen tot hij brult’. Na de oorlog bleek dat de smid 2 onderduikers onderdak had geboden.
In het voorjaar van 1944 werden het hoofd van de school, en de onderwijzer van de derde klas opgepakt. Zij zijn afgevoerd naar een concentratiekamp in Duitsland. De onderwijzer van de derde klas is daar omgekomen.

Bankoverval

Op weg naar school passeerde Rutger altijd een kruidenierswinkel. Douwe Mik, de zoon van de kruidenier, zat bij de marchaussee. Tijdens de bezetting sloot hij zich in het geheim aan bij het verzet.
Hij was één van de zeven verzetsmensen die met hun knokploeg in 1944 de Nederlandse Bank in Almelo overvielen. Ze maakten 46 miljoen gulden buit. Op één na zijn later de leden van de knokploeg door de nazi’s gearresteerd en in Duitse concentratiekampen omgekomen.

Amerikaanse bommenwerper neergestort

Op 11 januari 1944 waren honderden vliegtuigen van de gealliierden op de terugweg naar hun bases in Engeland. Omstreeks kwart over twaalf verschenen 2 Duitse jachtvliegtuigen aan de hemel, die de geallieerde luchtvloot aanvielen. Rutger en zijn vader stonden er naar te kijken. Plotseling dwarrelde er een vliegtuigvleugel naar beneden. Even later raasde in duikvlucht een bommenwerper naar beneden. De bemanning wist het vliegtuig twee keer horizontaal te krijgen. Toch stortte het even later neer in de bossen van Exloo brandde geheel uit. De bemanningsleden van deze Amerikaanse bommenwerper kwamen om het leven. De afgebroken vleugel is in Buinerveen terecht gekomen.

Hongertochten

In 1944 en 1945 kwamen er tijdens de Hongerwinter steeds meer mensen uit de grote steden op hongertocht ook langs in Nieuw-Buinen om aan eten te komen. Omdat er in dit gebied veel akkerbouw was, hebben de bewoners geen echte honger geleden, en konden ze ook voedsel afstaan aan mensen die op hongertocht waren. In het dorp werden in het najaar van 1944 evacuees uit Arnhem, Oosterbeek en Midden-Limburg ondergebracht. Ze zijn tot de bevrijding gebleven. Ook werden jonge kinderen uit de grote steden opgevangen door dorpsgenoten.

Pamfletten

Tijdens de oorlog werden door de geallieerde vliegtuigen van tijd tot tijd pamfletten uitgeworpen. Om Soms gooiden ze ook zilverpapier-stroken uit hun vliegtuigen. Dat was een methode om de Duitse radar te misleiden. Rutger wist een aantal pamfletten te bemachtigen, waarop een karikatuur van Hitler stond met de tekst: ‘Nach Hitlers Sturz’ (‘zo ziet Hitler eruit als hij neerstort’).

Antiplofbanden

In 1945 ging Rutger naar de Mulo in Stadskanaal. Dat deed hij op een fiets met zoals hij dat noemt  “met antiplofbanden”. Omdat er in de oorlog geen fietsbanden met lucht meer te koop waren, behielp men zich met stugge en keiharde houten banden, of banden van massief rubber, gemaakt van oude tractorbanden. En daarmee was het geen pretje om op de fiets te zitten.Ook moesten leerlingen zelf brandstof meenemen voor de verwarming. Omdat de leerlingen thuis op de boerderij mee moesten helpen werd er onregelmatig lesgegeven.

De bevrijding

In de ochtend van 17 april 1945 is Nieuw-Buinen bevrijd door Poolse brigade (foto rechts).
De NSB’ers werden door de Binnenlandse Strijdkrachten opgehaald en opgesloten in de school.
Het duurde vrij lang voordat het weer een beetje normaal was. Er bleef grote onzekerheid over de mensen die door de Duitsers waren weggevoerd. En het duurde lang voordat er geen tekorten meer waren.  
Rutger’s les van de bezettingstijd: “Je weet pas wat vrijheid betekent, als die vrijheid je ontnomen is geweest”.


Dit oorlogsverhaal is eerder verschenen op de website van de inmiddels opgeheven Stichting Ongeland. Deze heeft de Stichting Oorlogsverhalen gevraagd haar oorlogsverhalen voor de toekomst te bewaren en ze op www.oorlogsverhalen.com te publiceren. Wij voldoen graag aan dit verzoek.
 


 

 

 

 

Terug naar het overzicht