Bo Keller
George Wilhelm (Bo) Keller, geboren op 6 september 1928 in Sawa Loento-Sumatra was de zoon van Gerrit Keller, mijnopzichter bij de Ombilin-kolenmijn.
Bo groeide aanvankelijk op bij zijn grootouders die in de kampong woonden. Toen hij in de derde klas van de Lagere School zat, werd hij teruggestuurd naar zijn ouders. Dat was voor hem een grote overgang omdat hij van het vrije leven in de kampong terecht kwam in een streng katholiek gezin, dat woonde in een stenen huis.
Japanse invasie
Toen de Japanners Nederlands-Indië begin 1942 veroverden maakte men de belangrijkste apparatuur van de Ombilinmijn onklaar door deze in het water af te laten zinken. Hierop werden veel mensen gearresteerd en in gijzeling genomen door de Japanners, waaronder ook de jonge Bo Keller.
Het gezin Keller leed armoede omdat de Ombilin-Mijn buiten werking was gesteld. De periode tot het einde van de oorlog bracht hij door in diverse Japanse vrouwen- en mannenkampen. Hij was ook een jaar opgesloten in de gevangenis van Padang.
Capitulatie
Na de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945 begon er in Nederlands-Indië een onafhankelijheidstrijd, nadat Soekarno op 17 augustus 1945 eenzijdig de onafhankelijkheid van Indonesië uitriep. Strijdgroepen van met name Indonesische jongeren openden de aanval op alles wat met Nederland te maken had. In deze zogenaamde bersiap-periode werden grote aantallen Indo's en Nederlanders, vooral vrouwen en kinderen, afgeslacht door bruut optredende bendes nationalisten, die hiervoor in de bezettingstijd getraind waren door de Japanners. Naar schatting 20.000 Indische Nederlanders werden vermoord.
Bo Keller verloor veel familieleden en dierbaren bij een bersiap-moordpartij op 18 november 1945 te Djalan Olo in Padang. De grootvader van Keller werd tijdens de bersiap op Java vermoord.
In dienst bij de KNIL
Keller trad in september 1946 in dienst bij het KNIL, het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger. In 1947 en 1948 voor Nederland bij de zogenaamde Politionele Acties.
Op 27 december 1949 vond de souvereiniteitsoverdracht van Indonesië plaats. Alle Indo's binnen het KNIL zouden moeten overgaan naar het TNI, het Indonesische Nationale leger. Keller en andere militairen namen hier geen genoegen mee, omdat ze altijd zeer loyaal waren geweest aan Nederland.
Nieuw-Guinea
Uiteindelijk besloot de militaire leiding van Nederland dat deze manschappen -2.000 mannen, vrouwen en kinderen, onder wie Keller- naar het toen nog Nederlands Nieuw-Guinea. Keller trad toe tot het daar gelegerde onderdeel van het Regiment Van Heutsz van de Koninklijke Landmacht.
Korea-oorlog
In augustus 1951 werd Keller ingedeeld bij het Nederlands Detachement Verenigde Naties en uitgezonden naar Korea waar hij als korporaal aan geallieerde zijde tegen de invasie troepen van communistisch Noord-Korea en China vocht. In februari 1952 raakte hij gewond. In juli 1952 keerde Keller terug naar Nederlands-Nieuw Guinea.
Naar Nederland
Keller werd met ingang van 21 februari 1954 ontheven van zijn tewerkstelling bij de Landmacht Nieuw-Guinea en vertrok per vliegtuig naar Nederland, waar hij werd opgevangen in de paardenstal in de legerplaats te Oldebroek en werd geplaatst bij het Bewakingskorps Koninklijke Landmacht .
In mei 1962 ging Keller opnieuw naar Nieuw-Guinea als pelotonssergeant werd ingezet tegen de infiltraties van Indonesische troepen. Nadat in dat jaar onder druk van Amerika en de Verenigde naties West Nieuw-Guinea onder Indonesisch bewind kwam, keerde Keller definitief terug naar Nederland. Keller verliet de militaire dienst in 1983 in de rang van adjudant-onderofficier.
Kokkelink Vlag
Keller was gedurende vele jaren na zijn pensionering als vrijwilliger werkzaam als gids van Koninklijk Tehuis voor Oud-Militairen en Museum Bronbeek. In 2010/2011 zorgde hij er persoonlijk voor dat de Kokkeling Vlag symbool voor het verzetswerk van de groep Kokkelink tijdens de bezetting van Nieuw-Guinea door Japaneen prominente plek kreeg in de tentoonstelling 'Het verhaal van Indië'.
Boek
Over het leven van Bo Keller is een boek verschenen met als titel 'Akal, overleven in Nederlands-Indië'. Het is geschreven door cultureel antropoloog Lilja Anna Perdijk en te bestellen via de boekhandel en www.lilja.nl
"Akal vertelt het verhaal van George Wilhelm Keller (1928), geboren in Nederlands-Indië als zoon van Indo-Europese ouders. Een veteraan en veerkrachtige verteller die terugblikt op zijn jeugd in Nederlands-Indië en de oorlogen waarin hij vocht.
George groeit op bij zijn opa in Padang, die hem Bo noemt. Wanneer hij hem de kracht van akal (de kracht van de geest en de rede -red.) leert kennen, voelt de achtjarige Bo zich onoverwinnelijk. Maar alles wordt anders zodra hij terugkeert naar zijn ouders. Met de Japanse bezetting heeft de Tweede Wereldoorlog dan ook Nederlands-Indië bereikt. In een verscheurd land vindt Bo kameraadschap in het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (knil). Als zijn buurtgenoten van de een op de andere dag vijanden worden, raakt hij ontworteld en op drift. Akal blijkt een levensreddend inzicht. Twee oorlogen later en een illusie armer vertrekt hij naar Nederland, waar de stilte van vele kanten oorverdovend is".