Het gezin Biemold
Het oorlogverhaal van opa en oma Biemold, en hun zoon Harm. Zij woonden in het Noord-Drentse dorp Yde. Zoon Harm is de vader van Atty de Vries-Biemold. Zij vertelt over de belevenissen van het gezin Biemold tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Onderduikers
Atty (foto rechts): “ Opa en oma Biemold hebben in de oorlog onderduikers gehad.
Hun zoon Harm -mijn vader, ik noem hem mijn Pap- heeft opa gewaarschuwd voor de gevaren, maar opa was eigenwijs en wilde niet luisteren. Ze hadden 7 joden in huis: vader Josef Cohen, moeder Mary Cohen. Ze hebben 4 dochters en 1 zoon: Helga (18 jaar), Marga (15 jaar), Francisca (met rood haar, 12 jaar), Suze (10 jaar) en Hannes (5/6 jaar) die Hansi genoemd werd. Van Hansi weet ik dat hij een keer op de vlucht was voor een haan en daarbij languit in de modder viel. Pap’s broer Jan noemde hem altijd leerling-jood”, zo vertelt Atty 80 jaar later: “Ze kwamen in 1942 vanuit Groningen als onderduikers in het huis van mijn grootouders in Yde".
Stropers
Atty vervolgt: “Opa Biemold (foto rechts) en onderduiker Josef Cohen waren allebei stropers en verkochten mollen- en bunzingvellen. Ze kenden elkaar al toen de Cohen's in de oorlog onderdak zochten en opa ze in huis nam. De Cohen’s hadden geen onderduik-schuilplaats, maar leefden gewoon samen met het gezin Biemold. Een voordeel was, dat de Biemolds afgelegen woonde”, aldus Atty.
Verraden
Dan gaat het mis. Atty: “Ze waren nog maar 6 weken ondergedoken bij de Biemolds, toen ze verraden werden door ene Riekie die in de omgeving woonde. Haar man was communist en uit angst voor de Duitsers ondergedoken. Zij wilde dat hij weer thuis zou komen wonen. Ik denk dat zij heeft gedacht, dat als zij bij de Duitsers een wit voetje zou halen, haar man met rust gelaten zou worden”, aldus Atty.
Zilverkoffer
"Ze gebruikte daarvoor waarschijnlijk als afleidingsmanoeuvre een koffer met zilverwaar van de Cohen’s, die zij haar in huis bewaarde. Vervolgens vroeg zij haar buurman Hein Talens of ze tijdelijk een koffer bij hem mocht stallen. Maar zonder hem te vertellen van wie die koffer eigenlijk was, en wat erin zat. Nietsvermoedend nam Hein Talens de koffer aan. Daarna tipte ze de Duitsers, dat er bij Hein Talens een koffer stond met zilverwaar van een bij de familie Biemold ondergedoken Joods gezin".
“Hein Talens overleefde het niet: hij werd met Kerst 1942 door de Duitsers opgepakt en is op 17 februari 1943 omgekomen in Kamp Vught. Hij is volgens mij doodgeslagen of doodgeschoten. En hij wist van niks!”. Hein Talens is 61 jaar geworden", aldus Atty.
Opgepakt
Opa Biemold en een deel van het ondergedoken gezin Cohen werden door de Duitsers na het verraad van Riekie op 14 december 1942 opgepakt.
Atty vertelt: “Oudste dochter Helga (foto rechts) en haar vader Josef Cohen waren niet in de kamer toen de Duitsers kwamen. Josef Cohen was in de koestal en Helga in de slaapkamer, waar ze ongemerkt uit het raam kon klimmen en vluchten”.
“Mijn vader Harm werd niet opgepakt. Hij was in Peize, waar hij mollenvellen zou ophalen voor Josef Cohen.
Op de vlucht
Daar in Peize liep Pap die avond ineens Josef Cohen en zijn dochter Helga tegen het lijf, die op de vlucht bleken te zijn. Helga had alleen een onderjurk aan (ze was zich waarschijnlijk net aan het verkleden toen de Duitsers kwamen) en had het (het was half december) vreselijk koud.
Mijn vader Harm Biemold (foto rechts) heeft haar nog zijn trui gegeven”, aldus Atty. Helga Cohen kon onderduiken bij de familie Nijnuis aan de Boerlaan in Peize.
Zelfmoordpoging
Helga's vader Josef Cohen kwam terecht bij een man aan de Anna Paulownastraat in Groningen. Maar deze man gaf zich na een paar dagen zelf aan bij de Duitsers, omdat hij het niet aandurfde een onderduiker in huis te hebben. Hij heeft hiervoor enkele dagen op het politiebureau gezeten en werd daarna weer vrijgelaten. Uit wanhoop heeft Josef Cohen geprobeerd zelfmoord te plegen: hij sneed zijn polsen door, maar werd door de Duitsers direct naar het ziekenhuis gebracht en overleefde het. Daarna is hij alsnog naar een concentratiekamp afgevoerd. En dat overleefde hij niet.
Opa Biemold
Opa Biemold bleek opgesloten te zijn in het beruchte Scholtenhuis >> in Groningen, dat door de SD -de Sicherheits Dienst- gevorderd was (foto rechts nazi-militairen op de trappen van het Scholtenhuis) en waar veel gevangenen gemarteld en vermoord zijn. Toch besloot Attie’s vader naar het Scholtenhuis te gaan om navraag te doen naar zíjn vader: opa Biemold.
Atty: “Toen Pap daar in de wachtkamer zat bleek Riekie (de verraadster) daar ook te zitten. Zij heeft binnen natuurlijk gezegd dat Pap in de wachtkamer zat" .
De beul van het Scholtenhuis
Atty: "Mijn vader is daar dus letterlijk in de val gelopen. Hij werd binnengeroepen bij de beruchte SD-er Robert Friedrich Lehnhoff (foto rechts), bijgenaamd ‘de beul van het Scholtenshuis’. Die schold verschrikkelijk tegen hem. Hij werd bedreigd met een pistool en op dat moment maakte het pap niks meer uit of hij zou schieten. Pap werd als een crimineel in de boeien geslagen en over de Grote Markt tussen alle mensen door naar het politiebureau aan het Martinikerkhof gebracht”.
Hereniging met opa
Atty vervolgt: “Daar zat opa ook. Opa had de SD verteld dat de joodse familie Cohen maar een paar dagen bij hem thuis hadden gezeten. Dat zei mijn vader ook tegen ze. Maar opa heeft later toch, onder druk gezet door Lehnhoff, moeten bekennen, dat de onderduikers langer bij hem hadden gezeten”. ”Maar opa heeft steeds tegen de Duitsers gezegd dat Pap onschuldig was en dat die hem vaak genoeg voor de eventuele gevolgen had gewaarschuwd. Waarop opa steeds zei: ‘Ik heb mien lev’n d’r veur over!’."
Uiteindelijk werd Atty’s vader na 10 dagen vrijgelaten. Opa Biemold bleef in hechtenis.
Twee concentratiekampen
Opa Biemold zat -aanvankelijk samen met de later door de Duitsers vermoorde Hein Talens- kort in de Mesdagkliniek in Groningen en ruim 2 weken op het politiebureau van Groningen. Daarna een maand in Kamp Amersfoort >> en vervolgens een half jaar in Kamp Vught >> (foto rechts).
Atty vertelt: “Hij is er niet mishandeld, maar heeft wel vreselijke dingen gezien. In juli 1943 kwam hij vrij: sterk vermagerd. Maar hij praatte zelden over wat hij had meegemaakt”.
De bevrijding
Atty : “Op 13 april 1945 was Pap met opa Biemold op Bunnerveen op het land aan het werk, toen ze aan alle kanten schoten en lawaai hoorden. Pap wilde naar huis maar opa wilde eerst niet mee. Hij was waarschijnlijk bang voor wat hij zou aantreffen".
"Toen ze toch op pad gingen zagen ze bij het dorpje Donderen (foto rechts) hooibergen in brand staan. Daarin bleken gevluchte Duitse soldaten te zitten, die in koelen bloede werden doodgeschoten door de bevrijders."
"Ze kwamen ook nog een stelletje Duitsers tegen die van Bunne naar Lieveren liepen. Opa en Pap zagen ze aankomen en hebben zich achter bomen verscholen. Onderweg kwamen ze iemand tegen die hen vertelde dat ze bevrijd waren. Pap en opa konden het niet geloven", aldus Atty.
Bevrijdingsfeest op Vliegveld Eelde
"Maar toen Pap ’s avonds naar het vlakbij gelegen vliegveld Eelde ging, keek hij zijn ogen uit: allemaal Canadese tanks en legervoertuigen. Canadese soldaten schoten op een grote poster van Hitler. Rood-wit-blauwe vlaggen hingen uit. Iedereen feestte”, aldus Atty
Parade
Na de bevrijding van vliegveld Eelde hebben de Canadese bevrijders er een parade gehouden. Daarvan zijn originele filmbeelden bewaard gebleven, die hieronder te zien zijn.
Na de oorlog
Atty: “Pap vertelde later altijd dat hij zo blij was dat de oorlog was afgelopen en dat er een eind was gekomen aan alle angst. Ze hadden gelukkig nooit honger geleden (op het platteland was er altijd genoeg te eten geweest, en er werd ook regelmatig illegaal een varken geslacht), maar de angst was altijd aanwezig geweest", aldus Attie: "Omdat opa Biemold twee concentratiekampen overleefd had, mocht hij later een krans leggen bij de onthulling van het oorlogsmonument in Vries".
Helga Cohen enige overlevende
Van de familie Cohen uit Groningen, is Helga de enige die de oorlog heeft overleefd. Ze heeft daarna in Peize, Engeland en Amstelveen gewoond.
Van Helga Cohen is een schilderij (rechts) gevonden op de zolder van een boerderij in Peize.
Het is geschilderd door de schilder A.T.M. Verdonk, die in de dertig en veertiger jaren van de vorige eeuw in de stad Groningen woonde.
Op de website DitisPeize.nl wordt over het gevonden schilderij alsvolgt melding gemaakt:
" Een dorpsgenote meldt dat de geschilderde dame een oud-inwoonster van Peize is , namelijk mevrouw Helga Carin Cohen. Haar zoon, Harrij Nijhuis (Redaktie OV: zijn correcte naam is Harry Nijnuis), die woonachtig was in Gambia (Redaktie OV: Hij is in 2022 overleden na een gewapende overval in zijn huis in Gambia) heeft haar dit laten weten. Helga Cohen is in de Tweede Wereldoorlog als joodse onderduiker op de Boerlaan -tegenover Arie Huberts (autoschade)- 3,5 jaar woonachtig geweest. Na de oorlog heeft ze op de Zuurseweg gewoond."
Stolpersteine
Ter nagedachtenis van de negen in concentratiekampen vermoorde gezinsleden van de familie Cohen zijn Stolpersteine geplaatst voor huisnummer 18a aan de Josef Israëlsstraat in Groningen (foto rechts).
Dit is het laatste adres waar de familie Cohen ingeschreven heeft gestaan voor ze onderdoken bij de Biemold's en later opgepakt werden door de Duitsers...