Pater Alphons
Pater Alphons vindt tijdens de Tweede Wereldoorlog onderdak in Klooster Mariadal in Roosendaal. Van daaruit zet hij zich in om ondergedoken personen en gezinnen te helpen en krijgt hij met twee andere verzetsstrijders de leiding in de hulp aan onderduikers.
Het oorlogsverhaal
Het oorlogsverhaal van Pater Alphons (foto rechts), opgetekend door Jacqueline Heck-van Haperen, wier ouders behoorden tot dezelfde verzetgroep als de pater. Zij schrijft ondermeer:
"De in Alphen aan den Rijn geboren Pater Alphonsus Maria (Gerardus Aloysius Averdieck (1899-1944) is een monnik in de orde van de paters Trappisten in het klooster ‘De Achelse Kluis’. In 1940 wordt de demarcatielijn Nederland/België achter het klooster getrokken en wordt de gehele abdij tot Nederlands grondgebied gerekend. Op 1 april 1941 is Pater Alphons lid van de Belgische Nationale Beweging, die onder andere gewapend verzet pleegt".
Schuiplaats onderduikers
"Het vermoeden dat het Trappistenklooster schuilplaats biedt aan onderduikers (er zijn veel onderduikers in habijt vermomd, waaronder Joodse vluchtelingen en Engelse piloten) leidt ertoe dat op 14 januari 1943 de Gestapo verordonneert dat de abdij wordt opgeheven. Alle goederen worden geconfisqueerd en het klooster wordt leeggeplunderd. Alleen de bibliotheek en studiezalen worden ontzien. De 120 monniken moeten direct vertrekken en hun toevlucht elders zoeken".
Naar Roosendaal
"Pater Alphons verhuist op 11 juli 1942 zogenaamd om gezondheidsredenen naar het klooster Mariadal (foto rechts) van de zusters Franciscanessen in Roosendaal. Van daaruit brengt hij individuele en in groepjes opererende verzetsmensen, zoals mijn ouders Janus en Toos van Haperen-Haast, onder bij de Roosendaalse afdeling van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (1943), waarvan pater Alphons - samen met buurtgenoot Jan Maas - de leiding heeft. De L.O.- beweging ontstaat in Oost-Nederland en verbreidt zich o.a. via Den Haag naar Noord-Brabant, waaronder Roosendaal.
Mijn ouders mogen Pater Alphons graag. Ze vinden hem een oprecht persoon. 'Pater Alphons', zo vertelde mijn moeder, 'maakte plannen met mijn ouders om na de oorlog een vakantiekolonie voor kinderen op te richten in Frankrijk'. Lachend zij ze tegen mij: 'Dan waren jullie ‘Fransmannekes’ geweest!'"
Nationale en internationale contacten
"Pater Alphons heeft contacten in heel Nederland, zoals in Den Haag, Rotterdam en Oost-Nederland, maar ook internationaal. Bijvoorbeeld met het Bureau Inlichtingen in Londen voor door de L.O. verstrekte informatie uit het hele land, en in Frankrijk met de voorbereiding van de invasie in Normandië. In België had hij contact met de ‘Witte Brigade’ voor het overbrengen van gestrande piloten".
Arrestatie
"Op 19 juli 1944 gaat het mis. De Sicherheits Dienst (SD) arresteert de pater.
Hij wordt afgevoerd naar het ‘Oranje Hotel’, de strafgevangenis in Scheveningen. Bij verhoren wordt hij mishandeld en gemarteld. Maar Pater Alphons slaat desondanks niet door: hij noemt geen enkele naam van andere verzetsmensen.
Zijn laatste dagen slijt hij in Concentratiekamp Vught. Op 11 augustus 1944 om 21.00 uur wordt Pater Alphons met 21 andere verzetsstrijders in Kamp Vught gefusilleerd. Hij is 45 jaar geworden"
Mijn ouders overleefden het
"Mijn ouders (foto rechts) en anderen van de verzetsgroep zouden dankzij het tot aan zijn dood toe zwijgen van Pater Alphons, de oorlog overleven. Zonder zijn heldhaftige volharding geen namen van verzetsmensen te noemen, zouden mijn broers en ik, mijn kinderen Sigrid en Luud Heck jr., en onze kleinkinderen er niet geweest zijn...",
aldus hun dochter Jacquelinne Heck-van Haperen.
Het hele oorlogsverhaal van haar over Pater Alphons kunt u lezen door op onderstaande butto te klikken.